vrijdag 19 april 2024

Doelbewuste ontheiliging

Er verschijnen wel eens stukken op het internet van personen die op zoek zijn naar de oorzaak van het ineenstorten van de Katholieke Kerk in een aantal landen, zoals in Nederland het geval is. Er wordt heel vaak verwezen naar de Novus Ordo en het Tweede Vaticaans Concilie. Maar het zit in feite veel ingewikkelder in elkaar.
 
Het Concilie gebeurde in een nogal ongelukkige tijd, een tijd van rebellie tegen het werelds en ook (later) kerkelijk gezag. Een tijd van rebellie, waar de laatste zieneres van Fatima (Lucia dos Santos) de Heilige Vader, Paus Paulus VI voor waarschuwde. Zij sprak zelfs van een 'demonische opstand'. Dat zag je vervolgens in bijna alle lagen van de Kerk in die tijd voorkomen, waar zelfs bisschoppen aan meededen. Het Leergezag van de Paus werd intussen in Nederland na Humanae Vitae in 1968 even persoonlijk afgewezen en afgerekend. 
 
Ongelukkig genoeg waren er Concilievaders aanwezig die ook nog vonden dat de Liturgische gewaden van de priester aan een grote 'schoonmaakbeurt' toe waren. De Latijnse beraadslagingen heb ik zelf gelezen en daar kwam ik tot mijn verbazing tegen hoe de Manipel voor de Priester tijdens de H.Mis het opeens moest ontgelden.
De Paus sprak op 29 juni 1972 na het Concilie de beroemde woorden uit dat de rook van Satan het Heiligdom was binnengedrongen. Ook de Paus kreeg door dat er krachten bezig waren in de Kerk die duidelijk niet van God kwamen. Anders zeg je zoiets niet.

In Rome werd de Liturgievernieuwing door de priesters voorbereid, waarvan we nu met grote waarschijnlijkheid kunnen zeggen dat sommige leden ook lid waren van de Loge van Vrijmetselaars. Deze zijn door Paus Paulus VI overigens na ontdekking direct verwijderd nadat er compromitterende documenten in een aktetas van die logeleden in Vaticaanstad werden aangetroffen. 
 
Maar voordat alle Liturgische boeken waren vertaald en goedgekeurd, verscheen in Nederland een soort vacuüm waar menige vijand van de Kerk gebruik van heeft gemaakt. Hierdoor verschenen kinderliedjes met zelfgebouwde Eucharistische gebeden en liefst allemaal in de volkstaal. Intussen werd er ook gesjoemeld met de Consecratiewoorden, want de vijanden van de Kerk geloofden niet in de Werkelijke Tegenwoordigheid van de Heer in het Heilig Sacrament. Maar gelukkig waren er katholieke leken aanwezig die deze veranderingen niet namen en lieten hun protesten zelfs op televisie horen. 
 
Alles moest natuurlijk in de volkstaal, want Latijn was immers door de vijanden van de Kerk in ongenade gevallen en dat had mogelijk een goede reden: je neemt heel makkelijk de Sacraliteit van de Liturgie weg door het Latijn en de Latijnse gezangen weg te nemen. Hierdoor werd de Sacraliteit van de H.Mis in sommige gevallen neergehaald en misschien ook wel doelbewust neergehaald. Intussen verdwenen ook de Communiebanken en de Biechtstoelen uit de kerkgebouwen, en werden de gelovigen staande gedwongen de H.Communie op de hand te accepteren. Wie dat niet deed, kreeg fiks commentaar. En dat commentaar werd op een zodanige manier geventileerd in de parochiebladen, dat andere parochianen meteen wisten over wie gesproken werd. 

Nederlandstalige liedjesschrijvers en bepaalde activisten maakten intussen overuren waardoor deze ontheiliging niet alleen kon worden doorgevoerd in de parochies, maar tot op de dag van vandaag nog steeds in de parochies in die liedbundels te vinden zijn. Intussen waren de trouwe gelovigen dermate geshockeerd, dat velen uit verdriet vanwege het verraad de Kerk verlieten, zoals bij mijn familie ook gebeurde.

Deze ontheiliging is dermate de spuigaten uitgelopen, dat tijdens de jaren 60 de Liturgische kazuifels van de priesters in een bos door onbekende personen werden rondgedragen. We zagen vervolgens massale uittredingen in de kloosters; de clausuur werd in menige klooster afgebroken, het habijt verdween aan de kapstok en zo ook het priesterboordje; roepingen werden tegengehouden. Velen waren en masse van hun Katholiek geloof afgevallen. Missieorganisaties veranderden intussen in het geniep hun doelstelling. Zo werd er niet meer voor de missie ingespannen en Katholieke doelen nagestreefd, maar in 1 geval werd een missieorganisatie omgevormd tot het Comité Kruisraketten Nee die samen op de lijst van de Communistische Partij van Nederland prijkte en in Roermond zitting had. Later kwam je dan diezelfde "missieorganisatie" tegen op de lijst van participanten van de Acht Mei Beweging. En zij waren niet de enige!

Intussen waren de alarmbellen in het Bisdom Roermond afgegaan en de toenmalige bisschop was dermate verontrust over deze vijandelijke overname van de missieorganisaties, dat hij zelf maar een Missiebureau in Roermond oprichtte met de bedoeling om de gelden voor de echte missie te gebruiken. Nou, dat had Monseigneur Johannes Gijsen natuurlijk niet mogen doen van de priesters in zijn bisdom: via de kerkbladen gingen deze priesters tegen hun eigen bisschop tekeer, en sommigen complementeerden andere acties met interviews via de KRO om zo hun eigen Diocesane bisschop onder druk te zetten, zoals bij de poging om het Katholiek onderwijs te redden.

Het gaat dus veel verder dan alleen maar de Novus Ordo en het Concilie. In sommige landen, zoals in Nederland, was de zaak volkomen uit de hand gelopen, en het heeft Rome veel tijd en en heel veel moeite gekost om de geest weer enigszins in de fles te krijgen. Dat is deels ook wel gelukt, maar de gevolgen zijn tot op de dag van vandaag nog steeds te merken in de Katholieke Kerk van Nederland.