Voor de Vijfde Zondag na Pinksteren, lezen wij in het Epistel in de Buitengewone Vorm van de Romeinse Liturgie dat de H.Petrus ons zegt dat geen leed ons mag weerhouden alle mensen daadwerkelijk lief te hebben: dan zal God ons zegenen. Daarvoor gebruikt de Apostel Petrus de tekst uit de Psalm 34;13-17. Hij zegt in die brief: "Wie immers een gelukkig leven wil hebben, en goede dagen wil zien, hij moet zijn tong afhouden van het kwade, en zijn lippen geen bedrog laten spreken. Laat hij het kwaad vermijden en het goede doen; de vrede moet hij zoeken en daarnaar streven." Toen de H.Petrus dit schreef dreigde reeds de zware Christenvervolging onder keizer Nero. Toch durfde de H.Petrus aan de Christenen te schrijven zich hierover niet te verontrusten, maar veeleer "Christus de Heer te heiligen in hun hart", dat is door het beoefenen van de liefde en zo zichzelf te maken tot een levende afbeelding des Heren.
In het Evangelie naar Matteüs, lezen we - in het kort gezegd - dat wij niet waardig deelnemen aan de viering van de Heilige Eucharistie als wij zondigen tegen de liefde. Wij moeten eerst met elkaar verzoenen, vóórdat wij onze gaven naar het Altaar brengen om ze daar te offeren.
Wij moeten dus het goede doen, maar als wij willen weten wat kwade dingen zijn die God mishagen, dan hoeven we maar te kijken naar de Tien Geboden. Helaas zie ik in maar erg weinig kerkbladen en tijdens wel erg weinig preken van de priesters dat de Heilige Leer wordt uitgelegd, al is het maar een beetje. Vooral de zonden tegen het Zesde Gebod van de Decaloog moeten het ontgelden. Hoe kan men dan verwachten dat de gewetens van de Christenen in de Katholieke Kerk goed gevormd zijn als de Heilige Leer niet wordt verkondigd en uitgelegd?
Wie daarover bang is om dit uit te leggen, moet naar de Heilige Martelaren van Gorcum kijken. Beseft wel priesters: uw offers hebben namelijk nog geen druppel bloed van u opgeëist! En als er vanuit de pers vragen worden gesteld, dan antwoord u gewoon dat u deze preek gedaan heeft "omdat de gelovigen daar zelf om gevraagd hebben."
Wie zijn geweten goed wil vormen, verwijs ik graag door naar de Katechismus van de Katholieke Kerk van de Heilige Paus Johannes Paulus II.
Epistel: 1 Petrus 3; 8-15
Evangelie: Matteüs 5; 20-24
Liturgische kleur: Groen.
