zaterdag 12 februari 2022

Zondag van Septuagesima

Morgen (13 februari 2022) is het Zondag Septuagesima in de Buitengewone Vorm van de Romeinse Liturgie. 
Zondag Septuagesima (zeventigste) is de eerste Zondag van de Paaskring, 70 dagen vóór Pasen. Deze zondag wordt gevolgd door de twee andere Zondagen van de Voorvasten: Sexagesima en Quinquagesima. Ze zijn een voorbereiding tot de veertigdaagse vastentijd (Quadragesima). Vandaar dat de liturgische kleur paars is en de vreugdezangen (Te Deum, Gloria en Alleluja) niet worden gezongen, behalve op feestdagen die in deze periode voorkomen.

Zonder de periode van de Voorvasten zou men geen enkele voorbereiding hebben op Aswoensdag. De overgang - zo kort na Kerstmis - naar de Grote Vastentijd vraagt om een voorbereidingsperiode, zelfs vanuit een louter psychologisch standpunt bekeken. Er schuilt veel wijsheid in de traditionele gebruiken van de Kerk.

Wij zijn allen sinds Adams val door doodssmarten omringt (Introïtus), maar God zal ons niet voor immer vergeten (Graduale). Red ons Heer, en zie niet naar onze zonden, maar kom ons te hulp door uw vergeving (Tractus) door de luister van uw Aanschijn (Communio). In het Epistel legt de H.Apostel Paulus uit dat wij moeten volharden zoals de atleten doen en zich van alles ontzeggen. Wij doen dat als Christen om de zegeprijs te halen, het uiteindelijke doel van onze verlossing, het bereiken van het Hemelse geluk. Alleen maar een uiterlijke belijdenis van het Evangelie is niet voldoende om die zegeprijs te halen. 

Paulus legt in het Epistel uit dat weliswaar het hele volk van God (Israel) door de Rode Zee trok (een voorafbeelding van ons H.Doopsel), maar dat er weinigen waren die het Beloofde Land (de Hemel) bereikten. Gedurende de tocht door de Woestijn werd het volk van Israel gevoed door het Manna en dronk men uit de Rots (de voorafbeelding van Christus), maar velen werden door hun opstand tegen God neergeveld in de woestijn of gedood door de Verderver. Deze dingen zijn opgetekend als een waarschuwing voor ons opdat wij geen slechte dingen zouden begeren. Daarom is het van belang om nooit in opstand te komen tegen God, zoals sommigen toch deden en ervoor werden gestraft.

In het Evangelie leert onze Heer door een parabel dat ook de werklieden van het laatste uur het volle loon van het Eeuwig heil zullen ontvangen. Het is waar dat de gelovigen zich uiterst inspannen om deel te hebben aan dit heil, maar ook dat men dit heil geheel om niet zal ontvangen. Dit is het geheim van het voor ons onbegrijpelijke samengaan van menselijke inspanning en Goddelijke genade. Het samentreffen van menselijke en Goddelijke vrijheid. En even ondoorgrondelijk is het geheim dat Christus onze Heer uitspreekt, dat allen weliswaar geroepen zijn, maar weinigen zijn uitverkoren. Zij die deze beide geheimen (de twee facetten van hetzelfde mysterie) op menselijk beperkte-wijze hebben trachten te verklaren, zijn tot ketterij vervallen. 

God vraagt slechts van ons dat wij Hem met al onze krachten zullen dienen en dat wij ons verheugen om de hulp van zijn Alvermogende genade die de Heer ons zal geven uit de bron van zijn Liefde en Goedheid.

Epistel: 1 Korintiërs 9;24-27 en 10;1-5
Evangelie: Matteus 20;1-16
Liturgische kleur: Paars.