zaterdag 22 januari 2022

Derde Zondag na de Epiphanie

In het Evangelie van deze derde Zondag na de Epiphanie in de Buitengewone Ritus van de Romeinse Liturgie, lezen we hoe Christus de voorspelling doet dat de vele heidenen zullen binnengaan in het Rijk der Hemelen, maar dat de kinderen van het Rijk zullen worden buitengesloten (zie daarvoor het Evangelie naar Matteüs 8;1-13). De Romeinse Honderdman (een Legioen had 60 Centurii), laat aan Christus een zeer groot geloof zien. Wij herhalen zijn woorden bijna letterlijk in de Heilige Mis: vlak voor het ontvangen van de Heilige Communie: Domine non sum dignus, ut intres sub tectum meum, sed tantum dic verbo et sanabitur anima mea.

Maar soms vraag je je af in hoeverre sommige priesters van de Katholieke Kerk niet het zelfde lot zullen ondergaan, het lot van hun ondergang namelijk. Het lijkt wel of men denkt dat de overwinning bij voorbaat vaststaat en dat men sowieso wel in de Hemel komt. Een soort vermetel vertrouwen zou je het kunnen noemen. Er zijn er ook bij, die dermate slecht moreel gedrag vertonen, dat je moet vrezen voor een afwijzing door de Drie-ene God bij het Bijzonder Oordeel. En wat doe je dan prelaat, kardinaal, paus, bisschop of dorpspriester? De leken zien het wat dat betreft wat scherper en zijn stukken voorzichtiger. Zij biechten vaak hun zonden. Maar ik heb nog nooit in Nederland een bisschop bij de biechtstoel gezien als penitent. Waarom eigenlijk niet? Denkt men soms dat zonden zomaar vertrekken en dat een dagelijkse Confiteor bidden, zonder de jaarlijkse biecht in acht te nemen, voldoende is? 

Laat dus niemand zich wat wijsmaken. God is door niemand om te kopen. Wie een afwijzing krijgt van God, (zoals een gelovige via een soort visioen heeft gezien bij een Sankt Gallen prelaat), die hoeft verder niets uit te leggen voor Zijne Majesteit! Laten wij dat niet vergeten, priester, diaken, bisschop, paus en kardinaal...werk ook gij voor uw zieleheil en laat uw zielenheil niet over aan het toeval. 

Wie voortdurend het Sacrament van Boete en Verzoening uitstelt en denkt dat dit wel kan gebeuren op het allerlaatste ogenblik, zal zeker niet de tijd gegund worden nog te Biechten voordat hij de eeuwigheid in gaat. Dan zal God deze woorden zeggen bij het Bijzonder Oordeel: "Omdat je niet aan Mij hebt gedacht, daarom zal ik niet aan jou denken."

Epistel: Romeinen 12;16-21
Evangelie: Matteus 8;1-13.
Liturgische kleur: Groen.