Het valt op hoe vaak Jesus vergelijkingen uit de natuur of het dagelijkse leven gebruikt om de mensen duidelijk te maken, wat het betekent om zijn leerling te zijn en om in zijn geest te leven.
Juist omdat die beelden uit de natuur vaak zo gewoon en bekend zijn, zoals bijvoorbeeld brood, wijn, licht, water, vuur, enzovoort, moeten wij er wat langer bij stil staan om de juiste betekenis die Jesus eraan geeft te kunnen begrijpen. In dit evangelie gaat het over de wijnstok en de ranken die met die wijnstok verbonden zijn. Het schijnt dat een wijnstok onder goede omstandigheden tot 300 kilogram aan druiven kan opleveren. De levenskracht van de wijnstok stuwt zich voort tot in de laatste kleine vertakkingen om vrucht te kunnen dragen. “Ik ben de ware wijnstok”, zegt Jesus van zichzelf, “en gij de ranken.” Dit betekent dat Jesus’ liefde vanuit de Vader naar alle mensen toestroomt, die in liefde met Hem verbonden leven. Door de levenskracht van de verrezen Heer delen wij in de overvloed van zijn goddelijk leven, als wij met Hem verbonden leven.
“Blijven” en “vrucht dragen” zijn de beide kernwoorden van deze gelijkenis. Maar liefst achtmaal wordt er in deze acht verzen door Jesus gezegd: “Blijf in Mij.” Om vrucht te kunnen dragen – waarover zes keer gesproken wordt - is het kennelijk nodig om met Jesus verbonden te blijven. Het is het criterium om vrucht te kunnen dragen: dat wij als gelovige mensen verbonden blijven met Hem. Zoals de rank verbonden is aan de wijnstok, zo mogen wij als gelovigen ons laten dragen en voeden door de liefde van Jesus, die de wijnstok is. Verbonden met Jesus leven gebeurt niet alleen op die momenten dat wij bidden of naar de kerk gaan voor een Heilige Mis. Het gebeurt ook op die momenten, dat wij concrete goede werken en daden verrichten. Johannes zegt dit heel mooi in de tweede lezing: “Wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden.”
Als wij zo leven hoeven wij ook niet angstig te zijn en mogen wij vrijmoedig met God omgaan. Of zoals Johannes het aan het einde van de tweede lezing uitwerkt: “Wie zijn geboden onderhoudt, blijft in God en God blijft in hem.” En het belangrijkste gebod is: “God beminnen met heel je hart, ziel en verstand, en de naaste als jezelf.” Als wij zo met God verbonden leven, zal ons leven veel vrucht dragen. Dit is niet de vrucht van menselijk succes met geld, macht, carrière of aanzien, maar de vrucht voor Gods Rijk van eenheid, vriendschap, verbondenheid, vrede, dienstbaarheid en saamhorigheid. Verbondenheid met Jesus laat zich zien in daden van geloof en dienstbaarheid aan de medemens. Mogen wij ons van harte verbinden met Jezus Christus, de ware wijnstok, opdat wij van Hem levenskracht ontvangen en voor Hem veel vrucht dragen.
Bron: Bezinning op het Woord.
1e lezing: Hand.9,26-31
2e lezing: 1 Joh.3,18-24
Evangelie: Joh.15,1-8
Kleur: Wit. Jaar: B.