“Ik ben de goede Herder,” zegt Jesus vandaag. Jesus geeft daarmee een soort visitekaartje af. Vanaf het begin van de Kerk wordt Jesus niet alleen afgebeeld als de gekruisigde, maar er zijn ook de vele afbeeldingen van Hem als de goede Herder. De eerste christenen voelden zich dus bijzonder thuis bij deze voorstellingen van Jesus. Die twee afbeeldingen van gekruisigde en van de goede Herder verklaren elkaar bovendien over en weer. De herder heeft immers ook een gevaarlijk beroep. Hij moet de kudde verdedigen tegen aanvallen van wilde dieren. De goede Herder is bereid zelfs zijn leven op het spel te zetten als er slechts één schaap in gevaar is. De huurling daarentegen gaat op de loop. De goede Herder is het beeld van Jesus' liefderijke zorg voor iedere concrete mens. Juist daarom heeft dit beeld de mensen van alle tijden zo aangesproken.
Nu is het aan de Kerk om die liefderijke zorg van Jesus voor elke mens voort te zetten. De priesters worden daarom ook pastoor of pastor genoemd, wat herder betekent. Door het pastorale werk, door verkondiging en catechese, door viering van de Sacramenten en door persoonlijke aandacht voor de concrete mens wil de Kerk Jesus' liefde aan de mensen van deze tijd schenken. Dat heeft Jesus heel uitdrukkelijk ook aan zijn apostelen als opdracht meegegeven. Daartoe had Hij hen geroepen en door de eeuwen heen heeft Jesus steeds mensen daartoe geroepen. De uitingen van zijn liefde voor elke mens mogen niet stil vallen. Het is daarom belangrijk, dat wij over de Kerk gaan denken en spreken met woorden van geloof, dat deze mensengemeenschap door Jesus is uitgekozen om zijn werk voort te zetten. Jesus zelf heeft het begin gemaakt. Jesus roept mensen om Hem te helpen bij zijn taak en om deze voort te zetten. Iedere gedoopte heeft die opdracht al. Ouders allereerst dienen hun kinderen het geloof over te dragen. Maar ook zijn er priesters nodig om Jesus woord te laten weerklinken en in de Sacramenten Jesus’ heil aan ons door te geven. Bidden we om roepingen.
Bron: Bezinning op het Woord.
1e lezing: Hand.4,8-12
2e lezing: 1 Joh.3,1-2
Evangelie: Joh.10,11-18
Kleur: Wit. Jaar: B.