zaterdag 6 maart 2021

Derde zondag Veertigdagentijd - Tempelreiniging

Op de derde zondag van de veertigdagentijd, lezen we over Jesus die de Tempel reinigt. Hij werpt hoogst persoonlijk de duivenverkopers en de geldwisselaars de Tempel uit met de woorden: Maakt van het Huis van Mijn Vader geen markthal!” Men zou zeggen: dat was toen. Maar helaas kom je tegenwoordig nog steeds dingen tegen, maar nu in een kerkgebouw, waarbij je je afvraagt of dit niet een vorm van heiligschennis was. 
Zo zag ik eens een foto van een Carnavalmeeting in een kerkgebouw in Nederlands-Limburg, waar een flink deel van het volk op het Priesterkoor stond, compleet met Carnavalspakjes aan. Het gebouw was afgeladen vol met mensen die deze samenkomst niet wilden missen. En dan vraag je jezelf af: Hoe lang gaan jullie door, totdat Jesus eens werkelijk uit de Hemel neerdaalt en jullie met zwepen en roeden uit zijn Kerk gooit, zoals Hij dat met de geldwisselaars en de duivenverkopers deed? Of die ene keer dat een pastoor het nodig vond om in het kerkgebouw een ‘bomen-meeting’ te houden. Ook hier zat het gebouw vol, maar nu met kinderen die over het gedrag van volwassenen aan het ‘discusieren’ waren. Is daar een kerkgebouw voor geconsacreerd om dit soort heiligschennende meetings te houden?!

Maar evenzo kunnen we ons afvragen hoe wij zelf met onze eigen Tempel omgaan, de Tempel van de H.Geest. Hoe vaak hoor ik niet dat mensen niet meer Biechten, maar wel dat ze allemaal ter Communie gaan? Hoe vaak hoor ik niet dat de mensen mij verzekeren nooit gebiecht te hebben en erbij verklaren nooit iets verkeerd gedaan te hebben in hun leven alsof ze grote heiligen waren? Dan zeg ik: "Mag ik dan als antwoord even je Hagiografie lezen??" Als je dat al naar voren brengt, zeggen ze ijskoud dat ze toch niet zo heilig zijn. Hierop kan ik dan weer antwoorden: "dan geef je dus toe ook een zondaar te zijn die de Biecht nodig heeft". En dan wordt het héél erg stil aan de andere kant.....

De Apostel Johannes stelt het nog sterker: iedereen die beweert nooit gezondigd te hebben (en dus de Biecht niet nodig heeft), die bedriegt zichzelf, en dan leeft de waarheid niet in hem (1 Johannes 1;8). Laten wij ons dan ook niets wijsmaken. Laten wij eerlijk toegeven zondaars te zijn en Hem om vergiffenis vragen. Dan is Hij zo goed voor ons om het leven weer terug te geven in het Sacrament van Boete en Verzoening.

1e lezing: Ex.20,1‑17 of:1‑3.7‑8.12‑17  
2e lezing: 1 Kor.1,22‑25  
Evangelie: Joh.2,13‑25 
Kleur: Paars. Jaar: B.