“Meester, waar houdt Gij U op?” Het is een vraag van de leerlingen van Johannes de Doper die naar Jesus gaan, maar het is evenzo een vraag voor ons vandaag. Heer, waar kunnen wij U vinden? Tegenwoordig zijn er maar bar weinig mensen die zich echt die vraag stellen om Jesus te vinden. Deels kom dat doordat dit buiten hun schuld is gebeurd, deels komt dit, doordat men nooit de echte en ware vreugde heeft ervaren als men Jesus de Heer heeft gevonden. Eens, zei iemand: “Heer, ik heb nooit vrienden gehad, ook niet toen ik kind was en ik heb daar erg om geleden. Maar eindelijk kan ik nu zeggen: U bent mijn allerbeste Vriend, de beste Vriend die ik ooit in mijn leven kon tegengekomen. En dat terwijl niemand mij dit verteld heeft!”
Paulus, de Apostel, deed met groot Apostolisch vuur zijn werk om zoveel mogelijk mensen te vertellen over onze Heer. Er waren er genoeg in die tijd die het verhaal niet interessant vonden, maar bij anderen viel het wél in goede aarde. En zo moeten wijzelf dus ook doen: wij moeten meer getuigen van onze band met de Levende Heer. En als men dan antwoordt waarom er zoveel kwaad in de wereld is, dan moet je antwoorden dat dit niet door de Heer, maar door de mens is veroorzaakt die elke keer door zijn zwakte voor het kwade kiest. Wil je van het kwaad in de wereld af, dan zul je meer voor God moeten kiezen en je ver willen houden van elke vorm van kwaad. Om dat te doen, moet je eerst een goede gewetensvorming krijgen door het leren van de Kerkelijke Leer, en niets daarvan verwerpen. Dan verdwijnt het kwaad in je omgeving en als dit lang genoeg gebeurt, zal ook het kwaad in de wereld verdwijnen. De keuze is dus aan ons.
1e lezing 1 Sam.3,3b‑10.19
2e lezing 1 Kor.6,13c‑15a.17‑20
Evangelie Joh.1,35‑42
Kleur: Groen. Jaar: B.