In het Evangelie van de 17e zondag door het jaar lezen we hoe Jesus het Koninkrijk van God vergelijkt met een sleepnet dat in zee werd geworpen en vissen van allerlei soort bijeenbracht. Maar... is het de lezer soms niet opgevallen dat deze gebeurtenis weer opnieuw staat opgetekend in het Evangelie naar Johannes hoofdstuk 21? Het bijzondere is de uitleg door de Kerkvaders zoals door Gregorius van Nazianze op het einde van de vierde eeuw. Hij zegt over dit stuk Evangelie naar Matteüs (13;47-50) het volgende:
De Heilige Kerk wordt vergeleken met een net, omdat het in de handen van vissers wordt gegeven, en daardoor wordt ieder mens uit de golven van deze tegenwoordige wereld in het hemelse koninkrijk getrokken, zodat hij niet verdrinkt in de diepte van de eeuwige dood. Dit net verzamelt alle soorten vissen, omdat de wijzen en de dwazen, de vrije en de slaaf, de rijken en de armen, de sterken en de zwakken, tot vergeving van hun zonden worden geroepen… Hieruit volgt: dat, toen het gevuld was, ze eruit trokken en zittend op de kust verzamelden ze het goede in vaten, maar het slechte gooiden ze weg. Want zoals de zee de wereld betekent, zo betekent de kust het einde van de wereld; en zoals het goede in vaten wordt verzameld, maar het slechte wordt weggeworpen, zo wordt ieder mens opgenomen in eeuwige verblijfplaatsen, terwijl de verworpenen die het licht van het innerlijke koninkrijk hebben verloren, in de buitenste duisternis worden geworpen. Maar nu houdt het net van het geloof goed en slecht samen in één; maar op de kust zal men ontdekken wat het net van de kerk aan land heeft gebracht.
De les die wij hieruit kunnen leren is dat op het Laatste Oordeel bekend zal zijn wie precies de goeden en wie de slechten zijn, zoals dit in het Evangelie door Kerkvader Gregorius is uitgelegd.
1e lezing: 1 Kon.3,5.7-12
2e lezing: Rom.8,28-30
Evangelie: Mt.13,44-52 of 44-46
Kleur: Groen. Jaar: A.