zaterdag 11 januari 2020

Feest van de Doop van de Heer

Door zijn doop heeft de Verlosser alle waterbronnen geheiligd.


Het is gemakkelijk in te zien hoezeer wij Christus, onze Heer, dankbaar moeten zijn. Hij schenkt ons immers de vreugde van het ene feest na het andere en geeft ons telkens weer reden tot blijdschap. Want nog steeds zijn wij verheugd over de geboorte van de Verlosser en reeds verblijden wij ons over zijn wedergeboorte.
De viering van zijn komst op aarde is nog niet afgelopen en het feest van zijn doopsel moet al worden gevierd. Nauwelijks is Hij geboren voor de mensen of Hij wordt al wedergeboren ter wille van de sacramenten.

Op deze dag immers - zij het na vele levensjaren - is Hij geheiligd in de Jordaan. De Heer heeft het aldus bepaald dat Hij de ene vreugde met de andere zou verbinden: op dezelfde tijd waarop Hij eens geboren werd uit de Maagd, zou Hij geboren worden uit kracht van het mysterie van de doop. Zo is er één doorlopend feest van zijn geboorte naar het vlees en van zijn geboorte door het doopsel.

Zoals wij eerst verwonderd stonden over Hem die ontvangen werd door een zuivere moeder, zo zien wij nu op naar Hem die werd ondergedompeld in zuiver water. Beide feiten stemmen ons tot vreugde: de moeder baarde een Zoon en zij is zuiver; het water waste Christus en het is heilig. Want zoals na het baren de zuiverheid van Maria verheerlijkt is, zo is na de doop van Christus de zuiverheid van het water erkend. Toch was de gave die aan het water geschonken werd, groter dan de gave die Maria ten deel viel. Zij mocht immers alleen voor zichzelf die zuiverheid ontvangen, maar het water deelde zijn heiligheid ook aan ons mee. Zij verkreeg dat zij niet zou zondigen, het water verkreeg dat het ons van zonden zou reinigen. Zij bracht één mens ter wereld en zij is zuiver, het water schenkt het leven aan velen en is maagdelijk. Zij heeft geen andere zoon dan Christus, het water is moeder én van Christus én van hele volkeren.

Wat wij heden vieren, is in zekere zin een andere geboorte van de Verlosser. Want wij zien bij deze geboorte dezelfde tekenen, dezelfde wonderen, maar het mysterie is groter. Inderdaad, de heilige Geest die Hem eens nabij was in de moederschoot, omstraalt Hem nu in het water.
De heilige Geest, die eens Maria tot een zuivere woonstede voor Hem maakte, heiligt nu voor Hem de waterstromen. De Vader, die eens Maria met zijn kracht overschaduwde, laat nu zijn stem klinken.
Alsof zijn besluit gerijpt is, legt Hij nu getuigenis af van de waarheid, terwijl Hij eerst zijn schaduw had verleend voor de geboorte. Want God sprak: ‘Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb; luistert naar Hem’ (Mt. 3, 17; 17, 5).

Heden wordt Hij dus gedoopt in de Jordaan. Wat is dit voor een doopsel, waarbij de dopeling zuiverder is dan de doopbron? Wat is dit voor een doopsel, waarbij het water de dopeling wast en zelf niet vuil wordt maar met zegening verrijkt? Wat betekent deze doop van de Verlosser, waarbij het water veeleer gereinigd wordt dan dat het reinigt? Dit is een nieuwe wijze van heiligen: niet zozeer wast het water Christus als wel wordt het zelf gewassen. Want vanaf het ogenblik dat de Verlosser in het water werd ondergedompeld, heeft Hij alle stromen en alle bronaders geheiligd door het mysterie van zijn doop. Sindsdien geldt voor ieder die in Christus’ naam gedoopt wil worden: het is geen gewoon water dat hem schoon wast, maar hij wordt gereinigd door het water van Christus. Daarom wilde de Verlosser worden gedoopt, niet om zelf rein te worden, maar om voor ons het water te reinigen.

(Preek van de Heilige Maximus, bisschop van Turijn († na 465))
Bron: Lezingendienst Getijdengebed.