dinsdag 14 januari 2020

Benedictus XVI en Sarah komen op voor het Celibaat

Op de website van pastoor Cor Mennen pr. is een vertaling verschenen over het nieuwe boek, "vanuit de grond van ons hart" . De aanleiding van dit boek is de roep om het verplichte priestercelibaat te versoepelen, die vooral door ultra-liberale fracties in Kerk en wereld naar voren worden gebracht. Niet alleen Benedictus XVI en Kardinaal Sarah, maar nogal wat Kardinalen, Bisschoppen, priesters en vooral leken vinden deze versoepeling een breuk met de Apostolische Traditie die tot elke prijs voorkomen moet worden. Hieronder een tekst, waarbij de vertaling van C.Mennen afkomstig is. Het boek zal in februari worden uitgegeven. De link met bestelinformatie vindt u hier.

Nota: Er is op het moment van schrijven een hevig debat losgebarsten over de vraag of de Paus Emeritus wel co-auteur is geweest van het boek. Het antwoord daarop is ja, echter bij het publiceren van de tekst, hebben een aantal prelaten in de Kerk het nodig gevonden om te adviseren om de handtekening van de Paus Emeritus weg te laten. Waarom is niet geheel duidelijk. Zoals het er nu uitziet is het niet waar dat Benedictus alleen maar iets heeft bijgedragen aan het boek, zoals onlangs is beweerd. Hieronder volgt de tekst van C.Mennen pr. 

HET BOEK

Vandaag, feest van de Doop van de Heer, is bekend geworden, dat emeritus paus Benedictus XVI en kardinaal Sarah, prefect van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, in februari een boek publiceren ter verdediging van het priestercelibaat. Deze ongebruikelijke stap maakt duidelijk, hoe belangrijk deze beide zeer vooraanstaande mannen in de Kerk het celibaat vinden. Ze willen duidelijk een dam opwerpen tegen de tot in Rome klinkende vraag tot (gedeeltelijke) afschaffing van het celibaat in de Kerk zoals die onlangs klonk op de Amazonesynode en vooral ook uit de ultra-liberale Duitse Kerk. Er zijn stukjes uit het boek bekend geworden. Ik heb ze hieronder voor u vertaald uit een Engelse versie.

IK KAN NIET ZWIJGEN

In de afgelopen maanden, toen de wereld vol was met het kabaal van een vreemde media-synode die voorrang kreeg op de echte synode, hebben wij elkaar ontmoet. We wisselden ideeën en zorgen uit. We baden en mediteerden in stilte. Elk van onze ontmoetingen gaf ons een gevoel van troost en rust. Onze overpeinzingen op verschillende manieren brachten ons tot het uitwisselen van brieven. De gelijkenis van onze zorgen en de convergentie van onze conclusies hebben ons ertoe gebracht de vruchten van ons werk en onze geestelijke vriendschap ter beschikking te stellen van alle gelovigen, naar het voorbeeld van de heilige Augustinus. Inderdaad, net als hij kunnen wij dit bevestigen: “Silere non possum! Ik kan niet zwijgen! Ik weet hoe verderfelijk stilzwijgen voor mij zou zijn. Want ik wil niet blijven hangen  in kerkelijk eerbetoon, maar ik denk dat ik aan Christus, de eerste van de herders, rekenschap zal moeten afleggen van de schapen die aan mijn zorg zijn toevertrouwd. Ik kan niet zwijgen of onwetendheid claimen.” (…) We doen dat in een geest van liefde voor de eenheid van de Kerk. Als de ideologie verdeelt, verenigt de waarheid de harten. Het bestuderen van de heilsleer kan de Kerk alleen maar verenigen rond haar goddelijke Meester. Wij doen dat in een geest van naastenliefde.

inleiding

ONTOLOGISCHE ONTHOUDING

De dagelijkse viering van de eucharistieviering, die een permanente staat van dienst aan God inhoudt, brengt niet vanzelf de onmogelijkheid van een huwelijkse verbintenis met zich mee. Men kan zeggen dat seksuele onthouding, die functioneel was, zich heeft getransformeerd in ontologische onthouding. (…) Tegenwoordig wordt te gemakkelijk beweerd dat dit alles gewoon het gevolg is van een minachting voor lichamelijkheid en seksualiteit. (…) Een dergelijk oordeel is onjuist. Om dit te bewijzen hoeven we alleen maar te bedenken dat de Kerk het huwelijk altijd heeft beschouwd als een geschenk van God uit de hemel op aarde. De echtelijke staat betreft echter de mens in zijn totaliteit, en aangezien de dienst van de Heer ook de totale gave van de mens vereist, lijkt het niet mogelijk om de twee roepingen tegelijk te realiseren. Zo is het vermogen om afstand te doen van het huwelijk om zich volledig ter beschikking van de Heer te stellen een criterium voor het priesterambt. Wat de concrete vorm van het celibaat in de oude Kerk betreft, moet er ook op worden gewezen dat gehuwde mannen het sacrament van de Heilige Wijding alleen konden ontvangen als ze zich hadden verplicht tot seksuele onthouding, dat wil zeggen tot een Jozefhuwelijk. Een dergelijke situatie lijkt in de eerste eeuwen heel normaal te zijn geweest.

Benedictus XVI

AFSTAND DOEN VAN ALLE COMPROMISSEN

Zonder verzaking aan materiële goederen kan er geen sprake zijn van priesterschap. De oproep om Jezus te volgen is niet mogelijk zonder dit teken van vrijheid en verzaking aan alle compromissen. Ik geloof dat het celibaat van grote betekenis is als het opgeven van een eventueel aards domein en gezinsleven; het celibaat wordt zelfs echt onmisbaar, zodat onze reis naar God het fundament van ons leven kan blijven en zich concreet kan uitdrukken. Dit betekent natuurlijk dat het celibaat alle gedragingen van het leven met zijn eisen moet doordringen. Het kan zijn volle betekenis niet bereiken als we ons houden aan de regels van bezit en de levenshoudingen die tegenwoordig gewoon zijn. Er kan geen stabiliteit zijn als we onze verbondenheid met God niet centraal stellen in ons leven.

Benedictus XVI

DE ZENDING VAN DE PRIESTER

Wat betekent het om een priester van Jezus Christus te zijn? (…) De essentie van het priesterambt wordt in de eerste plaats bepaald door het feit dat je voor de Heer staat, dat je voor Hem waakt, dat je er voor Hem bent. (…) Dit betekent voor ons om voor de Heer te staan die aanwezig is; dat wil zeggen, het wijst naar de Eucharistie als het centrum van het priesterleven. (…) De priester moet iemand zijn die waakt. Hij moet waakzaam zijn voor de bedreigende krachten van het kwaad. Hij moet de wereld alert houden voor God. Hij moet iemand zijn die op het randje staat: recht tegenover de maalstroom van de tijd. Recht in de waarheid. Recht in dienst van het goede. Voor de Heer staan moet ook altijd betekenen dat men voor de mensen zorgt voor het aangezicht van de Heer die op zijn beurt voor ons allen zorgt bij de Vader. En dit moet betekenen dat je Christus, zijn woord, zijn waarheid en zijn liefde steunt. De priester moet oprecht zijn, moedig en zelfs bereid om beledigingen voor de Heer te ondergaan. (…) De priester moet een persoon vol rechtschapenheid zijn, waakzaam, die rechtop staat. Aan dit alles moet de noodzaak tot dienen worden toegevoegd. (…) Als de liturgie een centrale plicht van de priester is, betekent dit ook dat het gebed een prioritaire realiteit moet zijn die steeds opnieuw en steeds dieper moet worden aangeleerd in de school van Christus en van de heiligen van alle tijden.

Benedictus XVI

WAT BETEKENT HET WOORD “HEILIG”?

Het woord “heilig” drukt het bijzondere karakter van God uit. Hij alleen is de Heilige. De mens wordt heilig in de mate dat hij meer bij God is. Bij God zijn is wat alleen het “ik” is, opzij zetten en één worden met het hele leven van God. Deze bevrijding van het zelf kan echter zeer pijnlijk zijn en wordt nooit zomaar ineens tot stand gebracht. De term “heiligen” kan echter ook heel concreet de priesterwijding betekenen, in die zin dat het impliceert dat de levende God een mens radicaal opeist om hem te laten dienen.

Benedictus XVI

GEEN TWEEDERANGS PRIESTERS

Het priesterlijk celibaat goed begrepen is – al is het soms een beproeving – een bevrijding. Het stelt de priester in staat zich op coherente wijze te leven en te werken in zijn identiteit als bruidegom van de Kerk. Het project om gemeenschappen en priesters van deze vreugde te beroven is geen werk van barmhartigheid. Als zoon van Afrika kan ik in geweten niet het idee ondersteunen dat de volkeren die zich op de weg van de evangelisatie bevinden, beroofd worden van de ontmoeting met een priesterschap, dat in zijn volheid beleefd wordt. De volkeren van het Amazonegebied hebben recht op een volledige ervaring van Christus de Bruidegom. Zij mogen geen “tweederangs” priesters aangeboden krijgen. Integendeel, hoe jonger een Kerk is, hoe meer zij de confrontatie met de radicaliteit van het Evangelie nodig heeft.

Kardinaal Robert Sarah

HET IS EEN LEUGEN OM OVER UITZONDERINGEN TE PRATEN

De wijding van gehuwde mannen, ook al waren het voorheen permanente diakenen, is geen uitzondering, maar een breuk, een wond in de samenhang van het priesterschap. Het spreken van uitzonderingen is een misbruik van de taal of een leugen (…). Bovendien zou de wijding van gehuwde mannen in jonge christelijke gemeenschappen het stimuleren van de priesterroeping van ongehuwde priesters tegenhouden. De uitzondering zou een permanente toestand worden die schadelijk is voor het juiste begrip van het priesterschap.

Kardinaal Sarah

DE KERK IS GEEN MENSELIJKE ORGANISATIE…We leven in droefheid en lijden in deze moeilijke en onrustige tijden. Het was onze heilige plicht om de waarheid van het katholieke priesterschap in herinnering te brengen. Want daardoor wordt de hele schoonheid van de kerk in twijfel getrokken. De Kerk is niet alleen een menselijke organisatie. Ze is een mysterie. Ze is de mystieke Bruid van Christus. Dit is het waar ons priesterlijk celibaat de wereld voortdurend aan herinnert. Het is dringend noodzakelijk dat iedereen, bisschoppen, priesters en leken, zich niet langer laten imponeren door slechte pleidooien, theaterproducties, duivelse leugens en modieuze dwalingen die het priestercelibaat willen devalueren. Het is dringend noodzakelijk dat allen, bisschoppen, priesters en leken, het gelovig zicht op de Kerk en op het priestercelibaat herontdekken die het mysterie ervan beschermt. Dit zal de beste verdediging zijn tegen de geest van verdeeldheid.