In het Evangelie van de zevende zondag door het jaar bidt Jesus onze Heer tot de Vader en vraagt om eenheid van hen die in Hem geloven (zie daarvoor Johannes 17;20-26). Die eenheid is een groot en kostbaar goed. Zonder eenheid vervalt alles in een chaos waar alleen maar ellende uit kan voortkomen. Je ziet dat vooral bij bepaalde kerken die stelselmatig hun eigen gang zijn gegaan en de eenheid verbraken. Ook in de leer was daar geen sprake meer van een eenheid.
Helaas is het in de Katholieke Kerk niet altijd gelopen zo als het zou moeten. Hoe vaak lezen we niet in de brieven van Paulus om de "eenheid te bewaren?" In de jeugdige Kerk was het al een grote zorg bij de Apostelen dat die eenheid ook echt bewaard zou blijven. Maar helaas zijn er in de latere eeuwen dingen gebeurd die schade aan die eenheid hebben gebracht. We hoeven maar te denken aan de vele schisma's en ketterijen die de basis waren van heel wat kerkelijke problemen. Gelukkig hebben we in de afgelopen tweeduizend jaar de Paus gehad die het beginsel is van eenheid van de hele Kerk en ook daadwerkelijk voor die eenheid zorgde.
Maar tot op de dag van vandaag gaat de strijd van het Kwade die graag de verstoring van die eenheid wil zien, gewoon door. Ook vandaag de dag ontkomen wij er niet aan. En dat betekent ook dat het net zo goed aankomt op het individueel gedrag om die eenheid te bewaren.
Maar tot op de dag van vandaag gaat de strijd van het Kwade die graag de verstoring van die eenheid wil zien, gewoon door. Ook vandaag de dag ontkomen wij er niet aan. En dat betekent ook dat het net zo goed aankomt op het individueel gedrag om die eenheid te bewaren.
Nu schrijf ik dit wel binnen de context van de Kerk en de Leer, maar het gaat evenzo over de vraag "hoe gaan wij met elkaar om?". Want als je al ziet hoeveel burenruzies in de burgermaatschappij bestaan, hoe vaak de politie bijvoorbeeld moet ingrijpen omdat "de vlam ergens in de pan is geslagen", dan hebben wij allen net zo goed de opdracht om het beter te doen dan de dagen en jaren daarvoor.
Belangrijk is dat wij binnen de Kerk de vrede bewaren, dat - als wij een fout hebben gemaakt - om vergeving vragen en ook elkaar vergeving schenken. Satan maakt er geen geheim van dat hij een vijand van de vrede is en zeker als het binnen de Kerk gebeurt. We moeten hem die kans niet geven. Komt men dus de kapel van de Duivel ergens tegen, breek ze dan af met de deugden van de nederigheid, met de vergevingsgezindheid en met de naastenliefde. Laten wij niet toe dat wij in opstand komen. Breek die opstand desnoods steen-voor-steen af. Als wij zo graag de wereld willen zien veranderen in het goede, laten wij dan eerst met onszelf beginnen met de hulp van Onze Lieve Heer. Hij zal ons sterken met de H.Sacramenten en onze gebeden.
Ik wens u allen een gezegende zondag toe.
1e lezing: Hand.7,55-60
2e lezing: Apok.22,12 14.16 17-20
Evangelie: Joh.17,20-26
Jaar: C. Kleur: Wit.
Jaar: C. Kleur: Wit.