Jesus roept ons in het Evangelie van deze dag op om elkaar lief te hebben, zoals Hij ons heeft liefgehad. Jesus heeft ons een liefde laten zien, die niet een soort goedkope liefhebberij is, zoals de wereld die in allerlei soorten en maten erop na houdt. Jesus’ liefde gaat werkelijk tot op het bot, tot in het diepst van zijn Hart, onverdeeld en onaangetast door allerlei verontreinigende invloeden van buitenaf. Zijn liefde duurt in eeuwigheid, omdat die te maken heeft met de heerlijkheid van de Vader, waarin Hij ten volle deelt. Die onverdeelde en zuivere liefde vraagt Hij van ons, opdat allen daaruit kunnen opmaken, dat wij zijn leerlingen zijn.
Het eucharistisch Offer, waarin Christus ons bij uitstek zijn liefde betoont en ons opneemt in zijn kruisoffer, is gericht op de meest innige vereniging met Hem. Daarom vermaant de heilige Schrift ons ook met betrekking tot het ontvangen van de heilige Communie: “Al wie onwaardig eet van dit Brood en onwaardig drinkt uit de Beker des Heren, bezondigt zich aan het Lichaam en Bloed van de Heer” (1 Kor. 11; 27).
Mensen daarop wijzen hoort tot de geestelijke werken van barmhartigheid en is ook een vorm van liefde die door Jesus gevraagd wordt.
Die liefde die ons alles kost, onverdeeld en zuiver is, die kunnen we echter niet waarmaken zonder de werking en bijstand van de heilige Geest, die in ons woont. Als we het stil in ons maken en Hem de kans geven iets tot ons te zeggen, dan zal Hij ombuigen in ons wat onzuiver is geworden in onze liefde voor God en voor elkaar.
Uit: Bezinning op het Woord.
1e lezing: Hand.14,21-27
2e lezing: Apok.21,1-5a
Evangelie: Joh.13,31 33a.34-35
Jaar: C. Kleur: wit