Als wij kijken naar de landbouwer die zijn boomgaard onderhoudt, deze snoeit en mest aanvoert, dan weten we dat deze landbouwer zijn boomgaard niet aan het toeval wil overlaten. Integendeel: er moet daadwerkelijk worden ingegrepen, anders levert de boomgaard geen vruchten op. Als de boomgaard geen vruchten oplevert dan gaat de landbouwer in zo'n geval twee dingen doen: de bomen die geen vruchten dragen omhakken en hij overweegt dat alle moeite voor die jaren voor niets was geweest. Vooral dat laatste kan voor de beheerder of de landbouwer een extra bittere pil zijn. Er zijn genoeg mensen in de landbouw die daarover kunnen meepraten.
In het Evangelie van de derde Zondag van de Veertigdagentijd zien wij iets soortgelijks: na drie jaar wachten en tussentijds bezoeken, blijkt de vijgenboom geen vruchten te dragen. Logisch is de vraag: "waartoe put hij nog de grond uit? Hak hem maar om!"
Maar de wijngaardenier - het symbool van Christus - wil een Voorspraak zijn voor de arme vijgenboom - het symbool van de gelovige die geen vruchten draagt. Christus geeft de vijgenboom door zijn voorspraak een nieuwe kans, de kans om vrucht te dragen, waarbij de grond wordt omgespit en de vijgenboom voedsel krijgt aangeboden. Dit alles in de hoop dat deze vijgenboom toch vrucht gaat dragen. En dat zal voor menige vijgenboom inderdaad het geval zijn. We moeten ons echter ook realiseren dat aan alles een einde komt, waarbij een blijvende onvruchtbare vijgenboom op het einde inderdaad zal worden omgehakt (Het Laatste Oordeel).
God kan men daarom nooit verwijten niets gedaan te hebben voor ons. Hij is immers in zijn Goedheid onze voorspraak geweest, heeft ons bezocht en Hij heeft ons voedsel gegeven opdat wij goede vruchten zouden voortbrengen. Een onvruchtbare vijgenboom heeft na al deze jarenlange ingrepen het oordeel aan zichzelf te danken. God geeft ons altijd een nieuwe kans, maar die kansen moeten wij wél benutten om als rechtvaardigen te leven en goede vruchten voort te brengen. Met de hulp van Christus zullen wij dus vrucht dragen. Hij zal ons niet verweesd achterlaten, maar ons te hulp schieten. Op Christus mogen wij dus vertrouwen.
1e lezing: Ex.3,1 8a.13-15
2e lezing: 1 Kor.10,1 6.10-12
Evangelie: Lc.13,1-9
Jaar C. kleur: Paars.