zaterdag 10 november 2018

We moeten meer vertrouwen op God bij ons offer

Overweging: De weduwen in de lezingen van de 32ste zondag door het Jaar hadden één ding met elkaar gemeen: een grote armoede, een groot geloof in God en een grote offervaardigheid. Vooral dat laatste is heel bijzonder, aangezien ze bij de gave daarna niets meer hadden om van te leven. Zowel de weduwe in Sarefat (boek Koningen), als de arme weduwe in het Evangelie volgens Marcus. De weduwen in de dagen van Jesus waren de zwaksten in de maatschappij, en werden vaak genoeg uitgebuit door machthebbers van die dagen (zie Marcus 12;40). Ook vandaag komen we machthebbers tegen die onrechtvaardige lasten opleggen aan de armsten van de maatschappij en zo "het goed der weduwen" verslinden. Jesus waarschuwt ons voor deze praktijken aangezien deze machthebbers een strenger vonnis zullen ondergaan. Zo mag het dus niet zijn bij iemand die Christen is.

Wat ook opvalt is dat deze beide weduwen zo geroemd worden om hun zuiverheid van bedoeling. Beiden worden bezocht door een Profeet en door de Heer zelf. Het is dus zeer belangrijk dat we niet alleen zuiver leven en de heilige zuiverheid navolgen, maar ook dat onze bedoelingen, meningen en oordelen zuiver zijn. Misschien waren deze weduwen dan wel de verschoppelingen van de maatschappij, maar bij God stonden ze in hoog aanzien.

De weduwen hielden voor zichzelf niets achter en hun gave had ook geen bijbedoeling. Ze kwamen tot deze keuze omdat zij volledig op God vertrouwden, ook in moeilijke tijden. Zo wordt ook aan ons vandaag gevraagd om te geven wat wij hebben, al is het misschien maar weinig. Geef maar, zegt ons vandaag Gods Woord. Vertrouw op God. En dit mag tot het uiterste gaan. Het mag van ons Godminnende mensen maken, die merken dat als ze ‘alles’ geven dat dát uiteindelijk goed doet.

1e lezing: 1Kon.17,10-16. 2e lezing: Hebr.9,24-28. Evangelie: Mc.12,38-44 of 41-44