Op woensdag 14 februari vieren we het begin van de 40-dagentijd, de vastentijd die loopt van Aswoensdag tot Pasen. Die periode is precies 46 dagen, maar de zondagen worden niet meegerekend. Dus blijven er 40 dagen over.
De enige nog verplichte vasten- en onthoudingsdagen in Nederland zijn Aswoensdag en Goede Vrijdag. Op deze dagen wordt er geen vlees gegeten en nuttigt men maar één volle maaltijd. Vis eten mag, maar men kan het oude gebruik handhaven door geen vlees, jus (met vlees) en soep met vlees te gebruiken. Tussendoor mag er wel 's morgens en 's avonds wat gebruikt worden, want het vasten mag ook niet met een té grote gestrengheid worden doorgevoerd. De leeftijd waarop men verplicht als gelovige moet onthouden (maar niet vasten) is vanaf 14 jaar. Vanaf 21 jaar tot 59 jaar geldt dan het verplichte vasten en onthouden bij meerderjarige gelovigen. Wie van het kerkelijke voorschrift van vasten ontslagen wil worden moet daarvoor dispensatie aanvragen.
In de ochtend of de avond gaan wij naar de H.Mis en ontvangen het Askruisje op ons voorhoofd. As is een teken van boete. We vinden op veel plaatsen in de Bijbel hoe de Joden as over zich heen strooiden als teken van boete (zie ook het Boek Job)
In de ochtend of de avond gaan wij naar de H.Mis en ontvangen het Askruisje op ons voorhoofd. As is een teken van boete. We vinden op veel plaatsen in de Bijbel hoe de Joden as over zich heen strooiden als teken van boete (zie ook het Boek Job)
De bedoeling van vasten is vooral innerlijk. Tijdens de vastenperiode dienen wij ons nederig te maken voor God en boete te doen en zeker niet te handelen zoals beschreven in Jesaja hoofdstuk 58 vers 3 tot 5. Dat is geen vasten waar God behagen in heeft. Daarom worden wij uitgenodigd vriendelijk en hulpvaardig te zijn naar elkaar opdat ons vasten door God echt aanvaard wordt. Het boete doen en de aanvaarding van het kruis in navolging van Christus is een gebod van de Heer zelf en blijft dus bestaan. De gelovige legt zich toe op verstervingen, de werken van naastenliefde en op het gebed. De keuze van de boete kan aan ieder afzonderlijk, aan het gezin of de gemeenschap worden overgelaten. Ziet u een noodlijdende, steek hem of haar dan de hand toe op de manier die u kunt geven. Probeer zoveel mogelijk goed te doen aan elkaar.
Voorbeelden van onthouding boven de verplichte onthouding zijn bijvoorbeeld: minder roken, minder (alcohol) drinken, minder tv-kijken, minder computerspelletjes spelen, minder of niet snoepen (koek of snoep) om maar een aantal dingen te noemen en wat vaker het Heilig Sacrament van Boete en Verzoening en de H.Mis te bezoeken.
Boete hoeft niet groot zijn, maar moet vooral klein zijn en veel. Zo zijn er gelovigen die bijvoorbeeld 40 dagen lang geen boter op de boterham smeren en in plaats van koffie of thee, water drinken bij het het ontbijt en de lunch. Er zijn dus mogelijkheden te over om boetewerkjes te vinden. In de Dialoog van de H.Catharina van Siëna wordt aangeraden om te groeien in de deugden via de boetedoening.
Het zal duidelijk zijn dat de voorschriften van vasten- en onthoudingsdagen verschillen per kerkprovincie, en dus is de gelovige gehouden de regels van de eigen kerkprovincie op te volgen. De Nederlandse regels die hierboven beschreven zijn verschillen met die in België en andere landen.
Boete hoeft niet groot zijn, maar moet vooral klein zijn en veel. Zo zijn er gelovigen die bijvoorbeeld 40 dagen lang geen boter op de boterham smeren en in plaats van koffie of thee, water drinken bij het het ontbijt en de lunch. Er zijn dus mogelijkheden te over om boetewerkjes te vinden. In de Dialoog van de H.Catharina van Siëna wordt aangeraden om te groeien in de deugden via de boetedoening.
Het zal duidelijk zijn dat de voorschriften van vasten- en onthoudingsdagen verschillen per kerkprovincie, en dus is de gelovige gehouden de regels van de eigen kerkprovincie op te volgen. De Nederlandse regels die hierboven beschreven zijn verschillen met die in België en andere landen.
Paus Paulus VI heeft over het vasten het volgende verklaard: "Daar waar grotere welstand heerst, zal men een teken van onthechting moeten stellen, opdat de kinderen van de Kerk niet meegesleept worden door de geest van de wereld en men gelijktijdig die broeders, die van honger en van armoede te lijden hebben, over nationale en continentale grenzen heen, de helpende hand kan bieden." Wat wij dus aan geld uitsparen met deze veertigdagentijd, dat kan aan de armen gegeven worden.