Op 1 november vieren wij het Hoogfeest van Allerheiligen. In Nederland is het een verplichte feestdag waarbij de gelovigen de H.Mis bij dienen te wonen. Ze zijn op deze dag echter wel gedispenseerd voor werken en bezigheden.
Aan de verbreiding van dit feest zijn verschillende vormen van vieringen voorafgegaan, waarbij de geestelijke raadslieden van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome de jaarlijkse viering propageerden van alle zielen in de hemel. De kloosters hebben de laatst genoemde herdenking (op 1 november) overal in Europa verbreid. Onze viering van 1 november Allerheiligen gaat daarop rechtstreeks terug.
Op Allerheiligen eren we allen die nu leven bij God, of zij nu heilig zijn verklaard of niet. Zij vormen de ontelbare menigte die de heilige Apostel Johannes zag rondom het Lam en voor de Troon van God. Zij zijn de voorsprekers voor de Lijdende en Strijdende broeders en zusters. Daarom is het gepast om hier op aarde te bidden en aflaten aan te bieden voor de Lijdende Kerk in het Purgatorium (vagevuur). Jesus liet zuster Maria Faustina het volgende daarover weten:
Al deze zielen (in het vagevuur) heb Ik zeer lief. Zij schenken genoegdoening aan Mijn rechtvaardigheid. Het is in jouw macht hen verlichting te brengen. Benut alle aflaten uit de schat van mijn Kerk en bied die ten behoeve van hen aan. O, als je wist welke kwellingen zij ondergaan, dan zou je voortdurend geestelijke aalmoezen voor hen opdragen en hun schuld aan Mijn rechtvaardigheid willen afbetalen. (uit: Boodschap van Jesus aan de wereld. Over de Barmhartigheid van zijn Goddelijk Hart).
Post Scriptum: Wie onder het octaaf van Allerheiligen het kerkhof bezoekt kan een volle aflaat verdienen. Deze aflaten zijn ook toepasbaar op de lijdende zielen in het Vagevuur.