In het Evangelie naar Johannes lezen wij toch een heel bijzondere situatie: een gesprek tussen een Samaritaanse vrouw en onze Heer Jesus Christus bij de Jacobsput (zie foto links). Bijzonder, omdat Samaritanen en Joden elkaar nou niet bepaald echt mochten. Het Evangelie van deze zondag betreft hier Johannes hoofdstuk 4 met de verzen 1 t/m 42.
Het gesprek gaat hier over een dubbel onderwerp dat onderling nauw verband houdt. Jesus geeft het levend water van de Goddelijke Genade (vers 7-15). Jesus is de Messias (vers 16-26). Met levend water wordt het vloeiend bronwater bedoeld tegenover het dode, stilstaande putwater. De Jacobsput in dit stukje Evangelie was een welput die op een diepte van 32 meter gevoed werd door een verborgen bron. En het is niet zonder reden waarom Jesus juist naast die bron gaat zitten: Hij verwijst hiermee in zekere zin naar Zichzelf: de (verborgen) Bron van alle genaden. Het levend water is het beeld van de levenskracht van de genade.
De Samaritaanse vrouw wijst naar 'de berg' om God te aanbidden en ze zal daar zeker de berg Gerizzim hebben bedoeld; een berg waar de Samaritanen samenkwamen en hun feesten hielden en hun offers opdroegen.
Jesus legt in vers 21 uit dat (in het Nieuwe Verbond) de openbare Godsverering niet aan een bepaalde plaats gebonden is (in het Oude Verbond was dat de Tempel op de Tempelberg in Jeruzalem). Deze nieuwe Godsverering is over de gehele wereld van nu uitgebreid tot een heil van een ieder. In het Nieuwe Verbond bezit die openbare Godsverering een offer en genademiddelen die in belangrijke mate meer van geestelijke aard zijn dan die van het Oude Verbond, omdat ze inwendige bovennatuurlijke genade meedelen, en ten tweede dat ze op een vollediger openbaring en juistere kennis van de godsdienstige waarheid berusten. God de Vader zoekt juist dit soort aanbidders, dat wil zeggen: mensen die door de inwendige genadegaven van de Heilige Geest en met hogere Godskennis in het Nieuwe Verbond worden verrijkt (vers 23). Hij zoekt deze mensen omdat Hij een geestelijk Wezen en de hoogste geestelijke volmaaktheid is. (vers 24). De ware aanbidders van de Drie-ene God moeten Hem daarom in geest en waarheid aanbidden.
Deze diepzinnige beschouwing is gesloten voor een ieder die alleen geïnteresseerd is in het bronwater van de put om de materiële dorst te lessen. Het laat daarom zien dat alleen een materiële oplossing in onze maatschappij gedoemd is te mislukken om zielen te redden. Niet voor niets waarschuwt Jesus ons met de woorden: "...Niet een brood (het manna) als de vaders hebben gegeten en toch zijn gestorven." (Johannes hoofdstuk 6 vers 58)
Post Scriptum: Morgen wordt het hoogfeest van de Heilige Jozef gevierd. Omdat de derde zondag van de Veertigdagentijd op 19 maart valt, wordt het hoogfeest verplaatst naar de volgende dag.