Een aangrijpend stukje Evangelie in het C-jaar op de 11de zondag door het jaar is het wel (Lucas 7;36-8;3). Hoe een zondares, een vrouw, haar tranen de vrije loop laat en de voeten van Jesus wast om vervolgens dit met haar eigen haren af te drogen.
Vooral haar nederigheid, haar onderworpenheid, haar overgrote liefde, maar ook haar juiste inzicht over de goedheid van God, en haar eigen zelfkennis, van haar zware zondigheid die zij in haar eigen ziel zag, dompelde haar in een ontzettend groot verdriet. Je kunt alleen het juiste inzicht verkrijgen door de deugden van de liefde en de ware nederigheid. Dit ware inzicht doet bij een mens juist inzien hoe groot zijn of haar schuld is, en vraagt onze grote God en Heiland vanuit het hart om vergiffenis. Juist die grote liefde die wij moeten hebben voor onze Heer zal de vergiffenis van veel zonden mogelijk maken. De liefde bedekt nu eenmaal vele zonden (vergelijk 1Petrus 4;8)
In concrete daad zien wij in het Evangelie van vandaag hoe wij ons zelf moeten omvormen om tot het ware inzicht te komen. Zonder dat, kunnen wij ons niet als grote zondaars beschouwen en lopen wij het gevaar na verloop van tijd de zonde zelfs te ontkennen en volledig weg te redeneren, zoals velen nu doen.
De arme zondares had het goed gezien: zij kreeg vergiffenis van zonden, al waren dit velen. Juist omdat zij een grote liefde voor onze Heer had betoond. De eerste Biecht wordt afgenomen en de Heer Jesus geeft de Absolutie aan de arme zondares. Zij heeft nu vergiffenis gekregen. Laten wij ook haar voorbeeld volgen door rouwmoedig onze zonden te belijden in het Sacrament van de Biecht en om vergiffenis te vragen aan Jesus wat wij verkeerd gedaan hebben tegen Hem en onze naaste.