Evangelie: Nadat Johannes was gevangen gezet, kwam Jesus in Galilea, en verkondigde het Evangelie van het koninkrijk Gods. Hij zeide: De tijd is vervuld, en het koninkrijk Gods is nabij; bekeert u, en gelooft in het evangelie. Toen Hij eens langs het meer van Galilea ging, zag Hij Simon en Andreas, den broer van Simon, het net uitwerpen in het meer; want ze waren vissers. En Jesus sprak tot hen: Volgt Mij; Ik zal mensenvissers van u maken. Aanstonds verlieten ze de netten, en volgden Hem. Een weinig verder zag Hij Jakobus, den zoon van Zebedeüs, en Johannes zijn broer, die ook in een boot waren en de netten herstelden. Aanstonds riep Hij ze. En ze lieten hun vader Zebedeüs in de boot met de bemanning achter, en volgden Hem.
Overweging: Jezus geeft hier een duidelijke en heldere boodschap aan ons mee. We moeten ons bekeren en gaan geloven in het Evangelie. Jezus vraagt dus niet wilt gij u misschien gaan bekeren en geloven..nee, het is geen vrijblijvende boodschap waar je alle kanten mee opkan, zoals dat in de politiek in dit land heel vaak wel gedaan wordt. Jezus boodschap is helder en duidelijk. Hij neemt geen woord hiervan terug en het staat als een huis. En waar wachten wij op? Gaan wij inderdaad ons bekeren? Hoe vaak hoor je niet over mensen die de Kerk de rug hebben toegekeerd? Zij hebben geen bekering nodig, zij zijn immers al heilig nietwaar?
Voor die mensen die eerlijk willen zijn tegenover zichzelf en tegen God en Zijn Gezalfde Christus Jezus, is het niet voldoende om met smoesjes aan te komen zetten. Zij bekeren zich elke dag hun leven lang, vragen elke dag vergiffenis van hun zonden aan anderen en aan God. Zij gaan regelmatig Biechten en vertellen de Biechtvader dat zij een niet bepaald vlekkeloze week of maand achter de rug hebben. Deze mensen zijn tenminste eerlijk. Ze erkennen dat God over hen de waarheid heeft gesproken, namelijk, dat zij zondaars zijn. Wie immers beweert niet te hebben gezondigd, bedriegt zichzelf en de waarheid leeft niet in hem, zoals de Apostel Johannes in de H.Schrift ons laat weten.
In het tweede deel van dit stukje Evangelie worden de eerste leerlingen geroepen door onze Heer. We kunnen ons niet zelf benoemen tot leerlingen. We worden immers door de Heer zelf geroepen. Daarom moet er bij een roeping goed worden nagegaan of er inderdaad sprake is van een roeping en niet van een soort gevoel of iets anders. We zien verder dat de leerlingen direct aan hun roeping gehoor geven en alles verlaten om Hem te volgen. Zo moeten wij dit ook doen. We moeten onze roeping ogenblikkelijk volgen en bereid zijn om alles te verlaten om Hem te volgen. Sommigen doen dat door religieus te worden of priester. Vooral voor de religieuzen is het verlaten om Hem heel erg radicaal. Ze verlaten immers familieleden en dierbaren, huis en goederen om Hem te volgen. Jezus laat ook in de H.Schrift weten dat het volgen van Hem radicaal moet gebeuren. Je kunt dus niet bij Hem komen en vertellen dat je van twee balletjes zit te eten. Want, zoals de H.Schrift zegt...wie immers de hand aan de ploeg slaat en omziet, is niet geschikt voor het Rijk Gods.