Een bijzonder stukje las ik kort geleden van bisschop Mutsearts onlangs op zijn blog. U vindt dit op het stukje Paarse Pepers rechts in de kolom van mijn blog (Link)
Bijzonder, omdat misschien de vraag nooit gesteld is, maar zeker wel een interessante beschouwing van het stukje Evangelie dat gelezen wordt. Het gaat in dit geval over de vraag of de juichende menigte die Jesus met palmtakken binnenhaalde in Jeruzalem niet in het Pretorium stonden om zijn veroordeling tot de kruisdood te vragen? Het Evangelie zegt daar eigenlijk niets over, maar er zijn wel aanwijzingen.
Ten eerste is het gedrag van Judas Iskariot die bijna 3 jaar met zijn Meester optrekt en pas op het allerlaatste moment zijn Meester dubbel verraad. Eerst, door rond het Pesach zijn Meester te verraden met 30 zilverlingen en daarna met een kus in het Hof van Olijven. Ik denk zo, dat de verraderskus de Heer nog van alles het meest pijn gedaan heeft. Het zou dus zo kunnen zijn, dat alle Apostelen, inclusief Judas aanwezig waren bij de intocht om onze Heer toe te juichen, maar dat op het laatst het daadwerkelijke verraad plaatsvond. Zekerheid hebben we daarover echter niet.
Er zijn echter wel visionairs geweest die een soortelijke situatie gezien hebben en in 1 enkel geval werden de meeste tegenstanders van Jesus in de vroege ochtend van die bewuste dag uit hun huizen in oud Jeruzalem opgetrommeld om naar het Pretorium te komen. Zou dat kloppen, dan is het wel logisch dat de menigte daar voor Pontius Pilatus het doodvonnis kwamen opeisen voor Jesus. In feite zouden dus alle directe tegenstanders van Jesus daar gestaan hebben en de kruisiging hebben opgeëist.
Het schijnproces, waar onze Verlosser op die bewuste Donderdag moest ondergaan, is overigens door de toenmalige hoofd rabbijn in Israël veroordeeld. Dus de huidige Joden zijn daar nogal klaar mee wat tweeduizend jaar geleden in Jeruzalem gebeurd is. Het is daarom nogal logisch dat er zeker geen sprake is van een Joodse collectieve schuldvraag over de dood van Christus. Dat zou ook geen eerlijk oordeel zijn. Er zijn dus Joden die deze manier van veroordelen van Christus, juist hebben veroordeeld.
In de tijd van Jesus zelf waren er ook vooraanstaanden leden van de Joodse overheid die achter Jesus stonden en niet met het drijven hebben meegedaan, zoals Josef van Arimatea en Nicodemus. Dat geldt ook voor de volgelingen van Jesus en het gewone volk in die tijd. Er is dus zeker geen collectieve schuld van de Joden aan de dood van Christus en dat wordt ook in de Grote Catechismus van de Katholieke Kerk (Paus Johannes Paulus II) tot in detail goed uitgelegd met verschillende Schriftplaatsen. Zie daarvoor de nummers 595, 596 en 597.
Al met al kunnen we zeggen dat de Goede Week een behoorlijk heftig verhaal is. De verlossing moest worden voltrokken volgens de Wil van de Hemelse Vader en we weten wat onze Verlosser voor ons te verduren heeft gekregen! Maar op Paaszondag wensen wij elkaar een Zalig Pasen want de Heer is waarlijk verrezen!