Zowel in de Novus Ordo als in de Buitengewone Vorm van de Romeinse Liturgie wordt aanstaande Zondag 2 februari in de Kerk Maria-Lichtmis gevierd.
We vieren het Mysterie dat de Zoon van God de wet van de voorafbeelding teniet heeft gedaan door haar in alles te vervullen. De Moeder van God volgt haar Zoon in gehoorzaamheid. Zij komt naar de Tempel om de voorschriften der wet te vervullen, hoewel zij in haar maagdelijkheid geen rituele zuivering behoeft te ondergaan.
Dit feest van de ontmoeting des Heren met de grijsaard Simeon in de Tempel heeft men in het Oosten Hypapante (Ontmoeting) genoemd. Te Rome werd het feest in de 7e eeuw uit het Oosten overgenomen. De Liturgie werd gevierd in de grote Maria Basiliek op de Esquilijnse heuvel. Ook bij andere Maria feesten werd dit voorafgegaan door een plechtige processie. Zo is men deze viering als een Mariafeest gaan beschouwen, het feest van de zuivering van de Moeder Gods. Wegens de lichtprocessie is het volk die dag Maria-Lichtmis gaan noemen. Toch is in de meeste teksten van de liturgie de oorspronkelijke gedachte van het feest des Heren bewaard gebleven.
Het licht dat wij in processie meedragen na de kaarsenzegening, is het symbool van Christus, die immers door Simeon wordt genoemd. "Het Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Israel".
De gebeden bij de zegeningen van de kaarsen, die eerst gedurende de Middeleeuwen werden toegevoegd, geven nog andere betekenissen aan dit licht: het is het zinnebeeld van het heilig vuur van de liefde en van de klaarheid van de Heilige Geest.
In het eerste gebed worden wij er aan herinnerd dat de kaarsen worden gezegend om ons tot een sacramentale te strekken: de priester bidt dat God alle gelovigen, die deze kaarsen zullen gebruiken, moge zegenen naar ziel en lichaam.
Ik wens u allen een Zalige Maria-Lichtmis toe.