zaterdag 4 december 2021

Tweede Zondag van de Advent

Met de woorden van de profeten Jesaja, David en Baruch, kondigt de Kerk ons de veelvoudige komst aan van de Verlosser: de Heer zal komen om de volkeren te redden (Introïtus) en groot zal onze vreugde zijn (Communio). Hij zal komen in heerlijkheid te midden van zijn heiligen (Graduale) en blij zullen wij opgaan tot zijn huis (Alleluiavers). Hij zal komen in zijn genade en ons doen leven (Offertorium). In het Epistel citeert de Heilige Apostel Paulus een aantal voorzeggingen: dat ook de heidenen, hoewel God zich hiertoe niet door beloften had verbonden zullen delen in het door de profeten voorspelde Godsrijk. Naar het voorbeeld van Christus, die aldus de Zaligmaker is geworden van Joden en heidenen, moeten wij vol onderlinge liefde zijn, opdat wij God de Vader verheerlijken.

In het Evangelie wordt ons Johannes voorgesteld, die ons op de twee volgende Zondagen de Verlosser zal aankondigen: hij is de engel die God heeft uitgezonden om de weg voor zijn Zoon voor te bereiden. In het (gebed) vragen wij God ons te helpen om voor Christus' komst evenals Johannes de Doper, de weg te effenen in ons hart. De Introïtus, Alleluiavers en Communio spreken van Jerusalem. De Statiekerk te Rome, waarvoor de H.Mis op deze Zondag werd samengesteld, was immers de Basiliek van het H.Kruis, met zijn schat aan lijdensrelieken, kortweg "Jeruzalem" genaamd.

Epistel: Romeinen 15;4-13
Evangelie: Matteus 11;2-10
Laatste Evangelie: Johannes 1;1-14.
Liturgische kleur: Paars.