zondag 26 december 2021

Gewogen en te licht bevonden

Op zaterdag 18 december 2021 werd een document gepubliceerd door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst met een aanscherping van de beperkingen op de traditionele Latijnse Heilige Mis: "Responsa ad dubia". Dit is een verduidelijking van het Motu Proprio "Traditionis Custodes" van Paus Franciscus, waarin vragen ('dubia') worden beantwoord die door bisschoppen aan de congregatie zijn gestuurd.

Sindsdien hebben canonisten over de hele katholieke wereld het document bestudeerd, dat de beschikbaarheid van de traditionele H.Mis aanzienlijk lijkt aan te scherpen. Met één pennenstreek verbiedt het ook huwelijken, dopen, begrafenissen en zelfs zegeningen, met gebruikmaking van de oudere boeken, buiten een klein aantal 'personele parochies'. Evenzo voorkomt het dat priesters meer dan één H.Mis op Zondag uit de oude ritus opdragen, en staat het hen toe om dat alleen op een doordeweekse dag te doen als ze geen Novus Ordo- missen hebben om te vieren.

Het verbod voor parochies om de tijden van traditionele H.Missen op hun bulletins te vermelden, heeft tot wijdverbreide spot geleid. Het suggereert echter een mate van aandacht voor detail en een verlangen om het traditionele fenomeen uit het zicht te laten verdwijnen, wat meer dan een beetje alarmerend is. 

Dit werpt eigenlijk een probleem op dat de canonisten hebben opgemerkt: een samenvatting van relevante argumenten is gemaakt door de Latin Mass Society in een handige gids. Het belangrijkste punt is dat de Responsa een interpretatie is van een ander document afkomstig van de Vaticaanse congregatie. Op de plaatsen waar het verder gaat dan Traditionis Custodes, schaatst het op behoorlijk dun ijs.

Het ijs verdwijnt helemaal wanneer haar voorstellen contra legem zijn : in strijd met de wet van de Kerk. Zo hebben de bisschoppen de bevoegdheid om te bepalen wanneer er een pastorale rechtvaardiging is voor een priester om extra H.Missen te vieren, bijvoorbeeld op grond van Canon 905 §2. Dit recht is niet iets dat hen kan worden ontnomen op bevel van de prefect van een Vaticaanse congregatie, hoe wijs en welwillend hij ook is. En toch is dat precies wat de Responsa lijkt te doen wanneer het aantal traditionele H.Missen dat een priester mag lezen, beperkt wordt.

Nogmaals, het kan sommigen in Rome geïrriteerd hebben dat zoveel bisschoppen - en niet alleen de traditievriendelijke bisschoppen - Canon 87 §1 inriepen, die een bisschop toestaat de universele wet van de Kerk terzijde te schuiven wanneer het welzijn van de ziel dat vereist, om traditionele H.Missen in parochiekerken te laten doorgaan, in tegenstelling tot wat Traditionis Custodes wil. De congregatie lijkt te proberen de bisschoppen te vragen naar haar toe te komen voor een dispensatie, mocht dit echt nodig zijn. De congregatie kan Canon 87 §1 echter niet herroepen; nog minder kan het de theologische fundamenten van dit voorrecht van bisschoppen, dat nota bene gevonden wordt in de teksten van het Tweede Vaticaans Concilie zelf (Christus Dominus hoofdstuk 8) zomaar terzijde schuiven . 

Maar er is fundamenteel ook iets mis met de Ecclesiologische onderbouwing, zoals blijkt uit een brief afkomstig van Aartsbisschop Roche aan Kardinaal Nichols.

Aartsbisschop Roche verklaarde in die brief aan Kardinaal Nichols dat de oudere liturgische vorm: "een Ecclesiologie of uitdrukking bevat die geen deel uitmaakt van het Leergezag van de Kerk". 

De aard en het mysterie van de Kerk van Christus echter ligt in de geloofsbelijdenis en maakt deel uit van het Depositum Fidei en de overgeleverde leer, in eodem sensu eademque sententia, en is door de herders van de Kerk "voortdurend en zeer vasthoudend" gedurende de eeuwen onderwezen. Dit vertegenwoordigt een uitoefening van het Universele Gewone Leergezag, en volgens Dei Filius en Lumen Gentium heeft het de waarde van onfeilbaarheid. Afwijken van deze "Ecclesiologie" zou dus betekenen dat we afstand nemen van het geloof zelf.

Het is ook waar dat er op het Tweede Vaticaans Concilie absoluut geen correcties zijn aangegeven, aangezien dat wat per se als onfeilbaar wordt bestempeld, nooit correctie nodig kan hebben. Maar zoals men weet, heeft niets van wat er nieuw is in het Tweede Vaticaans Concilie de waarde van onfeilbaarheid, zoals de Heilige Paus Paulus VI duidelijk stelde.

De Heilige Liturgie, belichaamd in de traditionele riten van de Rooms Katholieke Kerk, brengt, zoals hierboven beschreven, de onfeilbare "Ecclesiologie" - of beter de Heilige Leer - over op de aard van de Kerk. Het is onmogelijk dat het Leergezag van de Kerk daar iets in tegenspraak van zou zeggen. Het is dan ook duidelijk dat de wezenlijke reden voor de poging tot en eventuele afschaffing van de Heilige Liturgie van de Rooms Katholieke Kerk, absoluut uitgesloten is, en wel op dogmatische gronden.

Bronnen: Geciteerd en vertaald uit de brieven van Joseph Shaw voorzitter Latin Mass Society en Eerwaarde Paul McDonnald priester te Canada.