God doet verschillende volkeren als één gezin in het huis van zijn Kerk wonen. Hij geeft zijn aangeworven volk kracht en sterkte (
Introïtus). Wij bezingen de verlossing, die ons hulp heeft gebracht (
Graduale); het Offer dat de Kerk gaat opdragen, is een Offer van dank (
Offertorium). In de gebeden vragen wij, dat wij dit heil mogen ontvangen; ja, in groter volheid dan wij durven of kunnen denken (
Gebed). In de
Communio vermaant de gewijde schrijver in het Boek Spreuken, dat wij tot Gods eer ruimschoots van ons bezit aan anderen moeten meedelen. Dan zal God ons op zijn beurt de rijkdom van zijn genade geven, en zullen wij in waarheid gevoed worden - onder het beeld van koren en wijn - door het Heilig Lichaam en Bloed van de Eucharistie.
In het Evangelie van deze elfde zondag na Pinksteren lezen we over het wonder van de genezing van de doofstomme, dat een beeld is van het H.Doopsel. Ook tot ons heeft de Heer bij het H.Doopsel gesproken: "Effeta. Word geopend!" Laten wij met de mond van het Geloof die ons geschonken is, evenals de genezen man uit het Evangelie, Christus belijden en de wondertekenen van de Verlossing verkondigen. Niet met woorden, maar met daden.
Epistel: 1 Korinthiers 15; 1-10
Evangelie: Marcus 7, 31-37
Laatste Evangelie: Johannes 1; 1-14
Liturgische kleur: Groen.
