zaterdag 17 april 2021

Derde Zondag na Pasen

In het Evangelie van de derde zondag na Pasen lezen we iets heel bijzonders: hoe Jesus aan de Apostelen na zijn dood en kruisiging voor hen verschijnt in lichamelijke gedaante. De Heilige Beda heeft in een commentaar op dit stuk terecht gewezen dat de Apostelen een fout maakten door te denken dat zij louter een geest zagen (maar later herstelden zij deze fout) en die later ook de ketterij van Manes (het Manicheïsme) wordt genoemd. De Manicheeërs geloofden namelijk niet dat Jesus een Menselijke geboorte had meegemaakt en ontkenden daardoor de twee Naturenleer, waarbij Christus, de Zoon van God Waarlijk God en ook Waarlijk mens is. Maar de Heer zelf bewijst zijn Lichamelijke aanwezigheid na de verrijzenis uit de doden juist door een gebraden vis voor hun ogen op te eten. Duidelijker kan het niet: een geest kan dit niet. Logisch ook dat het Manicheïsme terecht werd veroordeeld, aangezien zij in strijd is met de definitieve Openbaring in de Heilige Schrift. 

Wie dus beweert dat er geen lichamelijke Opstanding van Christus heeft plaatsgevonden en daarin blijft volharden, bedrijft de zonde van ketterij. Dit is dus opgetekend voor ons om te waarschuwen voor toekomstige valse profeten die de prachtigste vorm van theologie uit hebben zitten denken, maar waar die theologie niets te maken heeft met de waarheid die van God zelf komt. Ook vandaag te dag kom je ‘katholieken’ en 'theologen' tegen die de lichamelijke verrijzenis van Christus loochenen. Maar, zoals altijd: naar deze mensen moeten wij zeker niet luisteren.

1e lezing: Hand.3,13 15.17 19  
2e lezing: 1 Joh.2,1 5a  
Evangelie: Lc.24,35 48 
Kleur: Wit. Jaar: B.