Er zijn mensen die van nature gezag uitstralen en er zijn er bij die totaal geen gezag hebben, al trekken ze nog zoveel verschillende uniformen aan. De mensen prikken daar al heel snel doorheen: wie beweert gezag te hebben, maar er niets van kan, die moet toch eens afvragen of er geen hoogmoed in zijn leven is binnengedrongen. Zo zijn er velen die dachten met gezag te hebben gesproken, maar door de andere kant van de samenleving regelrecht werden uitgelachen. In zo’n geval is er al helemaal geen sprake van gezag.
Natuurlijk hebben we het hierboven over aards gezag, maar in het Evangelie van de vierde zondag door het Jaar, leren we over een Hemels Gezag dat door niemand op aarde kan worden benaderd, laat staan overtroffen kan worden. Het gaat om het Gezag van Christus die een duivelse geest uit een man werpt op slechts het Gezag van een paar woorden. Geen enkel mens kan een geest uit een mens werpen op last van zijn eigen woorden. Daartoe heeft de mens gewoon geen macht. Maar Christus heeft die macht wél. Hij laat ons zelfs weten dat dezelfde wonderen de gelovigen zullen begeleiden die Hij zelf ook gedaan heeft, zoals het uitdrijven van duivels (zie Markus 16;17). De Joden in de synagoge weten het inmiddels ook: een nieuwe leer met Gezag!
De Heilige Beda laat ons weten dat de macht van Christus zich manifesteerde om velen op de weg van de verlossing te brengen. Het is ook logisch dat wie een dergelijk wonder ziet, meteen tot de conclusie móet komen dat Jesus met een Goddelijke Macht, met Goddelijk Gezag spreekt en daarmee ook zijn Goddelijke Natuur aan de mensen bekend maakt. Wie dan doorredeneert moet wel tot de conclusie komen dat God zelf verschenen is en dat er dus sprake móet zijn van twee Naturen: de menselijke natuur en de Goddelijke Natuur, waardoor dit de eerste stap is in de Verlossing. Maar het is ook evident dat niet iedereen zit te wachten op een les over de Waarheid, want er zijn ook lasteraars actief die het werk van Jesus willen saboteren door zich van de genade moedwillig af te sluiten waardoor een bekering en de Verlossing niet meer mogelijk is. Zulke mensen saboteren dermate, dat zij zelfs zondigen tegen de Derde Persoon van de Goddelijke Drie-eenheid, de Heilige Geest. Wie dat doet sluit zich inderdaad af van Gods Barmhartigheid, en die Barmhartigheid heeft men wel nodig om zalig te worden.
Laten wij daarom nooit luisteren naar deze lasteraars van onze Heer en open staan voor Gods genade en daaraan meewerken en laten wij in Christus geloven. Dat zet meer zoden aan de dijk.
1e lezing Deut.18,15‑20
2e lezing 1 Kor.7,32‑35
Evangelie Mc.1,21‑28
Kleur: Groen. Jaar: B.