zaterdag 26 december 2020

Feest van de Heilige Familie

Als vrome Joodse mensen verlaten Maria en Jozef het stadje Bethlehem en trekken ze op naar de hoofdstad Jeruzalem. Daar in de tempel willen ze hun pasgeboren zoon aan God presenteren. Beide ouders zijn immers vol dankbaarheid voor dit geschenk van het leven. Met het opdragen van offerdieren, nauwkeurig beschreven in de Wet, worden moeder en kind tevens gereinigd. Inderdaad zal dit tempelbezoek, bijzonder voor de ouders van Jesus ‘reinigend’ werken. Maria en Jozef zullen immers ‘gereinigd’ worden van alle verwachtingen, denkbeelden en dromen die ze hebben van hun zoon. In de profetie van de oude grijsaard Simeon wordt duidelijk dat Jesus geen gewoon Joods jongetje zal zijn.

Jesus gaat alle verwachtingen te boven. Jesus komt in Gods Naam iets totaal nieuws brengen, niet alleen voor het Joodse Israël maar zelfs voor de heidenen. Met Jesus’ geboorte breekt licht en heil aan in deze wereld. Jesus zal de mensen verlichten. Hij zal nieuwe hoop schenken aan zieken en armen. Hij zal nieuw perspectief brengen voor mensen die de weg kwijt zijn in het leven. Hij zal door zijn woorden, gebaren, handelingen en wonderen doen oplichten wie God is voor de mensheid: een God met ons, een God van nabijheid en mensenliefde. Zo is Jesus een godsgeschenk, niet alleen voor Jozef en Maria, maar voor alle mensen die verbonden willen zijn met God en Hem zoeken in hun leven.

Deze zoekende mensheid is gesymboliseerd in de oude Simeon. De heilige Geest voert hem naar de tempel om zo Jesus te kunnen ontmoeten, de nieuwe brenger van licht en heil in deze wereld. Een korte aanblik van het kind is al genoeg voor Simeon. Nu kan hij vredig sterven. Nu weet Hij dat God de mensheid daadwerkelijk nabij is, al is het in dit nog zo kleine kind. Het vertrouwen dat God zich in Jesus blijvend bekommert om alle volkeren geeft Simeon de rust om het leven los te laten. God zorgt wel voor de wereld. Al onthult de oude man wel dat Jesus ook onrust zal brengen op aarde. Jesus zal verdeeldheid veroorzaken binnen Israël. Als Zoon van God zal Hij immers niet overal even warm welkom geheten worden. Hij zal een teken van Gods nabijheid zijn, dat echter niet altijd geaccepteerd zal worden. God kan zijn liefde immers niet opdringen. Hij blijft een uitnodiging.

Zo is het bezoek aan de tempel ook reinigend in de zin, dat Jesus’ aanwezigheid in deze wereld niet zo sprookjesachtig is als het lijkt. Mensen zullen vallen of opstaan na hun contact met Jesus; definitief loskomen van God of zich voorgoed binden aan Hem. En zelfs Maria kan als kersverse moeder niet op haar roze wolk blijven zitten. Haar moederschap zal niet alleen maar vreugde en geluk brengen in haar leven. Moeder-zijn van Jesus, van welk kind dan ook, brengt ook altijd verdriet met zich mee. Ouderschap is nooit zonder zorgen, ook niet voor Maria en Jozef. Maar deze nuchtere woorden van Simeon aan Maria zijn er niet om haar bang te maken of haar het ouderschap tegen te maken. Ook al kondigt Simeon aan dat Maria’s hart door een zwaard zal worden doorboord, hij spreekt dit woord uit in een zegen. Maria zal dus niet alleen staan in haar moeder-zijn.

Ze hoeft alle leed, zorgen en stress niet alleen te dragen. Ze wordt gezegend en mag weten dat God haar ook in deze minder mooie momenten zal bijstaan en ondersteunen. God zal er altijd zijn voor haar, in lief en leed. Mogen wij ons deze zondag sterken met het voorbeeld van de heilige Familie. Net zoals Jozef en Maria zullen ook wij ervaren dat het ouderschap of het zorgen voor mensen heel mooi kan zijn, maar ook een hele opgave betekent, inclusief tegenslagen. Mogen we er juist dan op vertrouwen, dat God ons in Jesus verlicht en heil brengt. Zijn aanwezigheid in ons leven mag ons rust in het hart geven, omdat we weten dat God in Jesus altijd met ons is.

Bron: Bezinning op het Woord.

1e lezing: Sir.3,2‑6.12‑14 of Gen.15,1‑6;21,1‑3  
2e lezing: Kol.3,12‑21 of Hebr.11,8.11‑12.17‑19
Evangelie: Lc.2,22‑40 of 22.39‑40