Eens, dat Moses de kudde wijdde van zijn schoonvader Jitro, priester van Midjan, en hij zijn kudde diep de woestijn had in gedreven, en bij de Horeb, de berg van God was gekomen, verscheen hem de engel van de Heer in een vlammend vuur midden in een braambos. Hij zag op, en ofschoon het braambos in lichterlaaie stond werd het niet verteerd. Moses dacht bij zichzelf: ik moet dat wondere schouwspel toch eens wat nader gaan bezien, en kijken, waarom het braambos niet verbrandt. Toen de Heer zag dat hij dichterbij kwam om scherper toe te zien, riep God hem midden uit het braambos toe: Moses, Moses! Hij antwoordde: hier ben ik! Hij ging voort: kom hier niet dichterbij, maar doe uw schoenen van uw voeten; want de plaats waar ge staat is heilige grond. (Exodus 3;1-5)
In het Braambos dat Moses zag branden terwijl het ongeschonden bleef, erkennen wij uw lofwaardige maagdelijkheid. Moeder van God, wees onze voorspraak. (Antifoon 3 Nederlands Getijdengebed, Avondgebed aan de vooravond van de Heilige Moeder van God)
God, door het Moederschap van de Heilige Maagd Maria hebt gij het eeuwig heil gebracht aan alle mensen. Laat zij voor ons ten beste spreken die uitverkoren werd om Moeder Gods te worden, en het levenslicht te schenken aan de Heer van alle leven, Jesus Christus, uw Zoon. Die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door de eeuwen der eeuwen. Amen.