zaterdag 7 november 2020

De wijze en de domme maagden

In het Evangelie worden vaak voorbeelden gegeven hoe het niet moet, zoals de Heilige Apostel Jacobus de Christen in zijn brief in het Nieuwe Testament waarschuwt om werken te laten zien en niet alleen een toehoorder te zijn. Wie alleen een toehoorder is en geen werken kan laten zien, heeft een dood geloof. De inhoud is dus erg belangrijk. Iets soortgelijks zien wij in het Evangelie van de 32ste zondag door het Jaar: er zijn wijze maagden die lampen met olie hebben, en er zijn domme maagden die wel de lampen hebben, maar geen olie. Kennelijk bestaan er Christenen die zich wel met uiterlijkheden (lampen) bezighouden, maar geen voeding (olie) geven aan hun geloof, geen voeding, waardoor zij gebrek lijden aan goede werken en de deugden. In zo’n geval heb je wel de lamp in je handen, maar er zit geen olie in om het vuur van het geloof te kunnen verspreiden. Kennelijk is er bij de domme maagden iets vervelends gebeurd en hebben ze de hemelse wijsheid vervangen voor een aardse wijsheid. De Heer waarschuwt ons dat hij de wijzen van deze wereld zelf zal verschalken, zoals dit door de Apostel Paulus in de brief aan de Korintiërs is geschreven.

Ook de Kerkvaders hebben hier een zelfde mening over: zoals de Kerkvader Hiëronymus die stelt wat het voor zin heeft om: ‘Heer, Heer’ te roepen en te belijden, maar de Heer in de werken vervolgens te verloochenen? Ja, dat klinkt ook logisch: als wij zeggen dat we eerste hulpverlener zijn, maar nalaten de eerste hulp te verlenen, hoeveel waarde moet je dan hechten aan hetgeen je eerder zei?

Wanneer de domme maagden terugkeren in de veronderstelling dat de Heer ze wel zal toelaten vinden ze de deur (naar de Hemel) gesloten. Kerkvader Hiëronymus zegt hierover: “Na het Laatste Oordeel is er geen gelegenheid meer voor goede werken of de werken van gerechtigheid”. Dan is de zaak dus definitief afgedaan en een terugkeer is niet meer mogelijk. Wie dan berouw heeft, komt te laat. Dit is ook de reden waarom de Heer ons waarschuwt altijd waakzaam te blijven, want we kennen dag noch uur van zijn Wederkomst.

1e Lezing: Wijsh.6,12‑16
2e Lezing: 1 Tess.4,13‑18 of:13‑14
Evangelie Mt.25,1‑13

Post Scriptum: In sommige Bijbelvertalingen wordt niet het woord "maagden" maar "meisjes" gebruikt. Maar in de Latijnse Grondtekst (Vulgaat) staat in het begin van Matteus 25 deze tekst: "Tunc simile erit regnum cælorum decem virginibus: quæ accipientes lampades suas exierunt obviam sponso et sponsæ." Naar mijn idee is het woord "meisjes" een minder goede vertaling. Ook in de PC-Bijbel die direct vanuit het Grieks naar het Nederlands is vertaald, wordt het woord: "maagden" gebruikt en niet "meisjes".