Ook in de tijd van Jesus waren er groeperingen die zichzelf rechtvaardigden en het volk als een samenraapsel van zondaars en tollenaars beschouwden die nooit tot de groep van de rechtvaardigen zouden behoren. Maar deze 'zelfrechtvaardigers' leken nog het sterkst op wit gepleisterde graven met daaronder een heleboel doodsbeenderen en ander vuil. Voor de mensen leken het wel heiligen....maar voor God waren ze al veroordeeld. Laten wij daarom gewoon eerlijk zijn tegenover onszelf en zeker eerlijk tegenover God, door te erkennen dat wij allen zondaars zijn en dat wij allemaal bekering nodig hebben. Wij kunnen ons niet zelf-rechtvaardigen. Daar hebben wij toch echt de hulp van God en zijn Sacramenten voor nodig.
Gelukkig kom ik soms mensen tegen die zich graag willen beteren, na een hele leven gevuld te hebben in het stellen van de meest verschrikkelijke daden, maar later enorme wroeging kregen en het Sacrament van de Biecht opzochten. Deze mensen voerden inderdaad de Wil van God de Vader uit, zoals Jesus ons in het Evangelie van de 26ste zondag door het Jaar duidelijk heeft gemaakt. In de eerste lezing van de profeet Ezechiël worden we opgeroepen om ons niet van de rechtvaardigheid af te keren, maar deze juist na te streven. Wie zegt rechtvaardig te leven, maar zichzelf onderdompelt in de zonden, die moet toch duidelijk zijn geweten eens gaan onderzoeken.
Woorden en daden moeten namelijk overeenstemmen.