zaterdag 15 februari 2020

Wettelijke interpretaties - welke is de juiste?

Niet alleen 2000 jaar geleden, maar ook in onze tijd komen we mensen tegen die eigen interpretaties toepassen op bijvoorbeeld het strafrecht of het familierecht. De mensen staan vol in de rij bij de rechtbanken die denken slimmer te zijn dan de rechter of de wetgever. Dat merk je als er over bijvoorbeeld het strafrecht en over levensdelicten wordt gepraat. Ook het internet zal wel aardig vol zijn geschreven met 'eigen interpretaties' wie wel en wie niet schuldig is en hoe er dan wel 'gestraft' moet worden. Logisch wordt de allerzwaarste straf altijd voor de dader uitgedacht, maar als men dan eens zélf voor die rechtbank moet voorkomen, dan eist men wel de barmhartigheid en de lichtste straf op. Natuurlijk ziet de rechter en de rechtbank deze interpretaties anders, aangezien de interpretaties van de wetgever worden gehandhaafd mét de jurisprudentie. Logisch dat niet iedereen daar weet van heeft. Je kunt niet van iedereen verwachten het strafrecht van buiten te kennen. 

In de tijd van Jesus was het precies zo. Ook daar deden eigen interpretaties de ronde, maar nu in het geval van de Wet van Moses en ook daar verklaarde de Wetgever (Christus) dat de zaak toch iets anders in elkaar zat dan menigeen dacht. Chrisus liet bovendien ook nog weten - en dit in tegenstelling tot wat geloofd werd - dat Hij de Wet en de Profeten niet kwam opheffen, maar vervolmaken. Daarbij zijn de Tien Geboden van God en de Profeten altijd kerngedachte van Jesus' Leer geweest en dat is ook wel logisch, aangezien de Profeten altijd de zedenwet van het Oude Testament (de Tien Geboden) verkondigden en verklaarden. De meeste andere wetten en voorschriften zijn door onze Heer afgeschaft en die vind je in het Nieuwe Verbond niet meer terug.

Wat verder opvalt is dat uit zijn woorden blijkt dat Jesus niet alleen de directe, materiële vergrijpen tegen het leven (zoals moord) veroordeelt, maar ook de inwendige toorn tegen een naaste. De beledigende woorden tegen je medemens (Raka = dom, hersenloos) en grovere beledigingen, zoals More (in het Grieks 'dwaas') en in het Hebreeuws, 'weerspannig tegen God' en 'goddeloos', werden eveneens door onze Heer veroordeeld en werden er strengere straffen in het vooruitzicht gesteld . Met andere woorden: ook geestelijk kun je iemand van het leven beroven. 

In Matteus hoofdstuk 5 vers 33 zullen nogal wat Christenen zijn die zich afvragen wat onze Heer hier nu mee bedoelt? De uitdrukking 'Gij zult in het geheel niet zweren' is namelijk geen gebod, maar een wens. Ieder 'Ja' of 'Neen' moest zo betrouwbaar zijn, dat geen verdere bevestiging nodig was. Dat dit niet het geval is, is een gebrek aan waarheidsliefde bij de mensen, en in die zin 'uit den boze'. Een eed afleggen bij het gerecht of om een andere wettige reden afgelegd, is volstrekt niet verboden.

De juiste interpretatie van de Wet zal voor menigeen in de tijd van Jesus niet alleen een openbaring, maar ook als een schok zijn ervaren. We hoeven maar te denken aan de religieuze partijen die de Wet van Moses dagelijks bestudeerden. Die schok gebeurde niet alleen in Israel. Een groot aantal jaren geleden namelijk klom een bekende Nederlander in de pen omdat hij het te gortig vond dat je overspel ook in je hart kon plegen. Maar, het staat wel degelijk in het Evangelie naar Matteus! (hoofdstuk 5 vers 28). En dan zie je dat de discussie over de juiste interpretatie over de Wet van Moses tot op de dag van vandaag nog steeds voortduurt.

1e lezing: Sir.15,15-20
2e lezing: 1 Kor.2,6-10
Evangelie: Mt.5,17-37 of 20-22a,27-28.33-34a.37
Kleur: Groen. Jaar: A.