Wanneer laten wij Christus koning over ons zijn? Wij horen in het Evangelie eerst wie dat niet doen: de overheidspersonen lachen Hem uit, de soldaten spotten met Hem. Ja, zelfs één van de misdadigers naast Hem ziet in Hem geen reddende koning.
Maar de andere misdadiger erkent Jesus als koning vol barmhartigheid, als Degene, Die macht heeft om kwaad te vergeven. En Hij bidt daarom: “Jesus, denk aan mij, wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen zijt.”
Volgens de gestigmatiseerde Anna Catharina Emmerich, had de goede moordenaar zoveel spijt van zijn wandaden, dat hij voor zijn dood aan het kruis een intens volmaakt berouw verkreeg die een half uur duurde. En hij krijgt meteen te horen waar zijn toekomstig thuis zal zijn. “Voorwaar, Ik zeg u”, zegt Jesus, “vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.”
Er stond ooit op een bidprentje: “Ik vraag wat de goede moordenaar vroeg aan het kruis.” Zo mogen wij in het leven staan. Dat wij koning Christus altijd weer bidden om zijn barmhartigheid en dat wij vergiffenis vragen voor onze zonden en daarover echt berouw hebben. God zal ons dan zeker tegemoet komen.
1e lezing: 2 Sam.5,1-3
2e lezing: Kol.1,12-20
Evangelie: Lc.23,35-43