zaterdag 30 november 2019

Eerste zondag van de Advent - doemdenkers

Hoe vaak hoor je niet dat de wetenschap de zoveelste theorie gelanceerd heeft dat de Aarde, waarop we leven, zal worden verwoest? Klimaatrampen, op hol slaande temperaturen op wereldniveau, afsmeltende ijsbergen, ingewikkelde statistiek... We worden elke dag eraan herinnerd dat ons einde nabij is. Wat deze wetenschappelijke (klimaat)-goeroes er niet bijvertellen is, dat dit in hun wereldje al bijna 200 jaar gezegd wordt. Het begon met een obscure theorie geschreven door Malthus ergens in de 18e eeuw en ook hij was héél stellig: de mensheid zou door een grote hongersnood worden getroffen, omdat de groei van de bevolking groter was dan de voedselproductie. En hij kon dat nog bewijzen ook. Probleem is dat alle doemscenario's van de laatste 200 jaar in de wetenschap niet zijn uitgekomen en dat is eigelijk ook wel begrijpelijk: Malthus bijvoorbeeld, voorzag de uitvinding van de kunstmest niet, waardoor de voedselproductie gelijk bleef met de bevolkingsgroei. En ook hedendaagse - op wetenschap gebaseerde - doemscenario's houden geen rekening met een of andere uitvinding of wetenschappelijke doorbraak, waardoor de voorspelling van een ramp opeens teniet kan worden gedaan. 

De Apostel Paulus waarschuwt ervoor dat 'dag en uur' niet bekend zijn, zoals hij dat schrijft in de eerste brief aan de Christenen van Tessalonica (1 Tessalonica 5;2). En ja hoor, er gaat geen jaar voorbij of een of andere sekte of een wetenschappelijke theorie voorspelt u met dag en uur de ondergang van de Aarde met alle mensen die erop leven. En als die datum vervolgens wordt bereikt en de volgende dag aanbreekt, dan weten we het zeker: ook die voorspelling is niet uitgekomen.

In het Evangelie van de Eerste Zondag van de Advent (lezingencyclus jaar-A), waarschuwt Jesus ons voor tijden die voor zijn wederkomst zullen aanbreken. Maar nogal wat sekten (en helaas ook wetenschappers) weten niet dat Jesus in z.g. profetisch perspectief spreekt. Hierdoor is het juist niet mogelijk een bepaalde tijd, jaar of eeuw aan te geven waar deze voorspelling op is gebaseerd. Dat mag misschien vreemd lijken, maar het is wel nodig dit te begrijpen als je de H.Schrift gebruikt. Kennelijk is de datum van de Wederkomst minder belangrijk dan wij denken. Het gaat erom dat wij ons best doen om zonder zonden te leven en te leven in gerechtigheid. De goddelozen zullen inderdaad worden weggerukt, zonder dat ze hiertegen iets kunnen doen (zoals bij de zondvloed) en die dag zal over hen komen als een strik, maar de Christenen, zullen (in overdrachtelijk zin) nuchter en bezonnen worden aangetroffen, omdat zij niet zullen toegeven aan hartstochten en zinnelijke begeerten (zoals de goddelozen wel altijd doen). 

Laten wij daarom minder belang stellen aan wetenschappelijke en sektarische vooruitzichten die de ene na de andere ramp - met dag en uur - voor ons voorspelt, want dit is zinloos tijdverdrijf. Laten wij ons daarom ontdoen van de werken van de Duisternis en leven in gerechtigheid. Dat laatste zet echt meer zoden aan de dijk dan de profetenmantel te willen omslaan.

1e lezing: Jes.2,1‑5
2e lezing: Rom.13,11‑14
Evangelie: Mt.24,37‑44
Jaar: A. Kleur: Paars.