zaterdag 25 mei 2019

Uitleg over brief Kerkvergadering Jerusalem

In de eerste lezing van de zesde zondag na Pasen (Handelingen 15;1-2 en 22-29) wordt een brief gepubliceerd die door de Kerkvergadering in Jerusalem is opgesteld. De brief was een reactie op de opmerkingen van sommigen die beweerden dat men volgens de Wet van Moses zich moest laten besnijden, anders, zo beweerde men "kon men niet gered worden". Maar Paulus en Barnabas gingen de woordenstrijd aan en er ontstond een geschil. Daarom werd de vraag over de besnijdenis aan de Apostelen en Oudsten in Jerusalem voorgelegd. Petrus, als zichtbaar hoofd van de Kerk besluit dat de heidenen zich niet hoeven te besnijden, omdat de Heer immers geen onderscheid heeft gemaakt tussen Jood en niet-Jood toen de H.Geest over ieder kwam en hun harten werden gereinigd door het Geloof (vers 9).

De uitspraak ligt er en alleen de Apostel Jakobus (vers 13) neemt als laatste het woord. Ook hij is van mening dat de Christenen uit de heidenen zich niet aan de Joodse Wet hoeven te houden, maar hij stelt voor om uit praktische overwegingen een uitzondering toe te voegen die voor Joden in Syrië en Cilicië als een grote gruwel werd gezien. Jakobus noemt die uitzondering: "Het onthouden van wat door afgoden is besmet, ook van ontucht, van verstikt vlees en van bloed." (Hand.15;20). Deze uitzonderingen waren nodig om de onderlinge vrede te kunnen bewaren. De reden hiervoor is dat in die tijd in Syrië en Cilicië er veel jodenchristenen waren waar nog op iedere Sabbat de Wet van Moses werd voorgelezen. 

Met ontucht (vers 20) schijnt hier niet zozeer bedoeld, wat met het Zesde Gebod of met de Natuurwet in strijd is, en dus vanzelf voor alle Christenen verboden was, als wel de huwelijken in verboden graad van verwantschap, en dus strijdig met de Joodse Wet.

De bijdrage van de Apostel Jakobus wordt dan ook in de brief van de Apostelen opgenomen en naar Antiochië, Syrië en Cilicië gestuurd. Belangrijk was dus dat er een uitspraak lag van de Kerkvergadering met de toevoeging dat er geen ergernis zou worden gegeven door een aantal zaken in de Wet van Moses te respecteren. Dat laatste is gewoon een zeer wijs besluit. Want uit onenigheid kan alleen maar meer onenigheid komen met strijd als gevolg waardoor de eenheid in de Kerk in gevaar kan worden gebracht. 

1e lezing: Hand.15;1- 2 en 22-29 
2e lezing: Apok.21;10 14.22-23
Evangelie: Joh.14;23-29
Jaar C. Kleur: Wit.