woensdag 13 december 2017

Dwalingen die weer de kop opsteken

Een trouwe Rooms Katholiek moet tegenwoordig wel dubbel op zijn tellen passen. Een eenvoudige zoektocht op het internet kan al resulteren in het bezoeken van websites waarin zorgvuldig gespannen strikken verborgen liggen om daarmee gelovige mensen te vangen. Websites die op sluwe wijze de Onbevlekte Ontvangenis van de Moeder van God aanvallen, tot en met ‘Schriftdeskundigen’ die totaal niet op de hoogte zijn van de H.Schrift, laat staan dat zij op de hoogte zijn van de juiste interpretatie ervan, maar ondertussen wel de grootste onzin komen verkondigen. De juiste interpretaties van de H.Schrift komen van veel bekende theologen, zoals de H.Thomas van Aquino, de H.Augustinus, de H.Hiëronymus en vele anderen die in de vroege tijden van de Kerk hun interpretaties en commentaren van de H.Schrift hebben gegeven. 

Zoals iedereen wel weet zijn er ook afdwalingen geweest die later door een Algemeen Concilie werden veroordeeld. Eén daarvan is toch wel opvallend en noemenswaard, alhoewel deze dwaling niet zo algemeen bekend is. Het gaat hier om de dwaalleer van Theodorus van Mopsuestia, die beweerde dat in het Oude Testament en de Profeten niets expliciet over Christus gezegd werd. Deze dwaalleer is veroordeeld op het Tweede Concilie van Constantinopel, en men zou dan zeggen: hiermee is de kous af, we hoeven ons verder geen zorgen meer te maken. Maar nee hoor. Het lijkt wel of de Duisternis vol heeft ingezet om diezelfde dwaalleer van Mopsuestia opnieuw rond te strooien en te verpakken in een iets andere variant. 

Zo beweerde iemand enige tijd terug in een ingezonden stuk in de krant dat in het Oude Testament “God de Vader nog geen weet had van zijn Zoon”. Daarop klom iemand meteen in de pen en pareerde dit met Psalm 2 vers 7: “Gij zijt mijn Zoon, ik heb U heden verwekt”. De H.Apostel Paulus heeft in een toespraak in Handelingen 13;33 deze Psalm terecht geïnterpreteerd voor Christus. Dus al in Apostolische tijden werd Psalm 2;7 (die toch echt in het Oude Testament staat) gezien als een voorafbeelding van Christus. Bovendien heeft Christus onze Heer in het Johannes Evangelie notabene zelf gezegd dat Moses al over Hem geschreven heeft in het Oude Testament (zie daarvoor Johannes 5;46-47).

Je zou natuurlijk je schouders kunnen ophalen met de woorden: “wie maakt zich daar nu druk om?” Maar evenzo kun je dit niet op zijn beloop laten. De meeste katholieke leken hebben niet zoveel uitgebreide kennis en het zijn juist zij die makkelijk gevangen kunnen worden door valse profeten. Wat theologen hebben beredeneerd is geen eenvoudige kost dus het is niet verwonderlijk dat een leek makkelijker het verkeerde pad is op te sturen als iemand een dwaalleer verkondigt. Daarom is dit stukje ook geschreven met de opmerking dat de leek de nodige voorzichtigheid moet betrachten en niet alles moet geloven wat hij of zij op het internet of de kranten aantreft.