We claimen geen toekomstige gebeurtenissen te kunnen voorspellen, maar het is opvallend dat in het verleden, zo’n 1300 jaar terug, een ernstig geval van Pauselijk zwijgen plaatsvond die door zijn opvolger zwaar werd bekritiseerd en die parallel schijnt te lopen met de situatie van nu. Het ging in dit geval om Paus Honorius die weigerde een uitspraak te doen over een zeer dringende kwestie en we zien nu een soortgelijk geval met Paus Franciscus over passages in Amoris Laetitia. Waarom deze twee zaken bij elkaar brengen en waar gaat het om?
Daarvoor gaan we eerst terug naar de zevende eeuw na Christus.
Daarvoor gaan we eerst terug naar de zevende eeuw na Christus.
In de theologische discussies van toen, werd er gesproken over de twee-naturenleer van Christus, waarbij - volgens sommigen - er slechts één wil in Christus te onderscheiden zou zijn. Om het in het kort uit te leggen: er zijn in Christus twee naturen te onderscheiden (de menselijke natuur en de Goddelijke natuur). Christus heeft ook een menselijke wil en een Goddelijke Wil. In die periode van deze discussie over één wil (de ketterij van het Monotheletisme) trad Paus Honorius niet op tegen deze ketterij, maar zweeg erover. Hoewel Paus Honorius zelf het Geloof deelde van de Kerk, wilde hij geen problemen veroorzaken en besloot - ondanks de druk die op hem werd uitgevoerd - niets te doen aan de zaak. Zelf zei hij in het kort “dat het maar aan grammatici moest worden overgelaten” en “dat dit geen taak van de Kerk was.”
De opvolger van Paus Honorius - Paus Leo II - was over het gedrag van zijn voorganger nou niet bepaald content en veroordeelde zelfs de handelswijze van de voorgaande Paus.
Paus Leo II verklaarde:
Degenen echter, die tegen de zuiverheid van de Apostolische Doctrine hebben betoogd, en zijn vertrokken, werden inderdaad bezocht met eeuwige verdoemenis; dat wil zeggen, Theodore van Pharan, Cyrus van Alexandrië, Sergius, Pyrrhus, (hier volgen nog meer namen)….met Honorius die de beginnende vlam van dit ketterse dogma niet wilde blussen, zoals gepast is bij Apostolisch gezag, maar door verwaarlozing (de ketterij) gevoed heeft.
Dezelfde vraag kunnen wij nu stellen over het zwijgen van Paus Franciscus over bepaalde delen in Amoris Laetitia. We sluiten niet uit dat de geschiedenis zich gaat herhalen en dat een volgende Paus een correctie zal doorvoeren. Dit om met Apostolisch gezag duidelijkheid te brengen en de tweespalt - die op dit moment gaande is - te beëindigen.
Zonder meer verwerpelijk is de opmerking van sommigen die zelfs menen dat er situaties zijn bij gescheiden-hertrouwden, dat zij niet in kuisheid zouden kunnen leven of zelfs de Geboden van God op dat punt niet zouden kunnen onderhouden. Het Concilie van Trente (dat nog steeds geldig is!) heeft bij monde van de toenmalige Paus deze stelling in een ex-Cathedra uitspraak veroordeeld met een Anathema-sit:
Canon 18.
Als iemand zegt dat de Geboden van God, zelfs voor iemand die is gerechtvaardigd en bevestigd in de genade, onmogelijk zijn na te komen, laat hij in de ban zijn.
De dringende vraag is waarom Paus Franciscus blijft zwijgen zelfs na een Kardinale Dubia, is moeilijk te beantwoorden en daar willen we ook verder geen oordeel over geven. We zullen de tijd moeten afwachten, maar we roepen in de tussentijd wel iedereen op tot gebed. Kardinaal Burke had het een tijdje terug al over een “correctie” die zou komen en dat is terecht. Aan tweedracht en verwarring in de Kerk heeft niemand iets. Wanneer die correctie komt is dus afwachten.
Post Scriptum Deze twee contrasterende gevallen hebben we dus naast elkaar gelegd, en we beweren - samen met Kardinaal Burke - dus niet dat de huidige Paus zich schuldig heeft gemaakt aan ketterij. De enige overeenkomst is het zwijgen van beide Pausen over een netelige zaak die om opheldering vraagt.
Post Scriptum Deze twee contrasterende gevallen hebben we dus naast elkaar gelegd, en we beweren - samen met Kardinaal Burke - dus niet dat de huidige Paus zich schuldig heeft gemaakt aan ketterij. De enige overeenkomst is het zwijgen van beide Pausen over een netelige zaak die om opheldering vraagt.