De derde zondag door het jaar is qua lezingen toch een nadenker. We zien in de eerste lezing de profeet Jona de grote stad Ninive binnentrekken waar hij op bevel van God de mensen moet oproepen zich te bekeren. Eén dagreis ver in de stad doet de profeet Jona wat God van hem verlangt en roept: "nog 40 dagen, en Ninive zal vergaan!" Maar het is niet een prediking zonder gevolgen, want direct is van hoog tot laag iedereen in de stad bezig met een boetedoening. Soms denk je wel eens: die bewoners toen waren echt wijs. Ze geloofden immers het woord van de Heer, deden boete en bekeerden zich van hun boze werken.
Helaas lijkt het tegenwoordig dat bekering meer weggelegd is voor enkelingen. Wie vandaag het zelfde zou roepen over Amsterdam, Rotterdam of Utrecht, kan niet alleen op misbaar rekenen. In de Apocalyps van Johannes staat het mooi beschreven: "ze bekeerden zich niet van hun moorden, hun toverij, hun ontucht en hun diefstal." (Openbaring 9;21). Op het moment van schrijven hoor je over de zoveelste 'liquidatie' in de hoofdstad, hoor je hoe 50 mannen of meer een minderjarig meisje hebben misbruikt in een hotel, en hoor je hoe mensen beroofd worden op straat, hoor je over het 'creatief' omgaan met een Belastingaangifte. Je hoort over massa's katholieke Christenen die weigeren hun nek te buigen voor het Sacrament van de Biecht, die zonder vergiffenis van zonden de eeuwigheid ingaan en denken dat de Gerechtigheid van God juist voor hen wel zal meevallen. Die denken: "ik word toch wel gered, want waarom heeft Christus anders zo erg aan het Kruis geleden?"
En zo zal deze wereld uiteindelijk ook vergaan, net zoals de profeet Jona voorspelde voor Ninive. De Ninevieten bekeerden zich ten minste nog. Maar deze maatschappij met hun moorden, overspel, ontucht, diefstal en afgoderij zal - als zij niet oppast - zichzelf de das nog omdoen.