In het Missaal van de Buitengewone Vorm van de Romeinse Liturgie, voor de Tweede Zondag van de Advent staat een mooi stukje als introductie van het Epistel van de Heilige Apostel Paulus aan de Romeinen (15;4-13). Er staat het volgende geschreven: Wij moeten elkaar liefhebben om door deze eensgezindheid de Vader te verheerlijken. Op deze wijze immers volgen wij Christus na, die niet alleen - terwille van de beloften aan de vaderen - de Verlosser is geworden van de Joden, maar ook - uit barmhartigheid - van de heidenen. Dit laatste bewijst de Apostel uit het Oude Testament. In de Advent overwegen wij, hoe de Heer gekomen is om geheel de wereld tot de Vader te brengen, en hoe wij door zijn ontferming uit de heidenen zijn geroepen.
Het is daarom van het grootste belang dat ons Christendom, en het Geloof dat wij belijden, geen technisch Christendom wordt, zoals sommigen onlangs hebben gedaan. Zo vertelde iemand eens dat hij wel zijn familieleden had vergeven (wegens een dispuut), maar diep in zijn hart haatte. Kijk, dan kan dus niet: hoe kun je iemand liefhebben als je hem haat? Als wij dus vergiffenis schenken, dan moeten wij dat uit de grond van ons hart doen, zoals Jesus dat zelf in het H.Evangelie ons geleerd heeft. En als je zelf geen kracht genoeg hebt om dit te doen, bid dan tot onze Heer om hulp! Als je werkelijk meent wat je zegt, dus met een oprecht hart bidt, dan zal Hij je zeker verhoren. Dat kost soms geduld en tijd, maar wie op de Deur blijft kloppen, die Deur zal zeker worden opengedaan. We moeten daarom nooit wanhopen.
Zowel in het Missaal van de Buitengewone Vorm als de Gewone Vorm, treedt Johannes de Doper als voorloper op van de Messias, onze Verlosser. Johannes predikte een doopsel van bekering. Met de komst van Christus Jesus werden door Hem de instellingen van de Heilige Sacramenten mogelijk gemaakt. Nu hebben wij dankzij de grote liefde van Christus die Hij ons betoond heeft, het Heilig Sacrament van het Doopsel ontvangen.
Het Heilig Doopsel geeft de Eerste Heiligmakende Genade, waardoor de erfzonde en zonodig alle andere zonden worden uitgewist. Het vergeeft alle straffen van die zonden. Het geeft ons het Christelijk merkteken, en het maakt ons tot kinderen van God, tot leden van de Heilige Kerk en erfgenamen van de Hemel. Het stelt ons in staat om de andere Heilige Sacramenten te ontvangen. Het is dus daarom van het allergrootste belang dat kleine kinderen worden gedoopt en van de erfzonde worden verlost.
