Vandaag is het de niet-verplichte gedachtenis van Onze Lieve Vrouw van Lourdes die aan Bernadette Soubirous verscheen. In het Brevier staat: "In het jaar 1858 verscheen de onbevlekte maagd Maria in de grot van Massabielle bij Lourdes aan Bernadette Soubirous. Niet het historische feit van de verschijningen wordt liturgisch gevierd, maar de persoon van Maria, die door dit eenvoudige meisje zondaars tot bekering roept en in de kerk nieuwe bezieling wekt voor gebed en naastenliefde, vooral ten dienste van zieken en noodlijdenden."
Enige jaren terug kwam ik een stukje tegen in een kerkblad waarin beweerd werd dat Bernadette nergens geschreven zou hebben dat zij Onze Lieve Vrouw daadwerkelijk gezien zou hebben. Maar wie de moeite neemt het Getijdengebed van deze dag te lezen (de Lezingendienst) die zal ook lezen dat Bernadette totaal iets anders zegt dan wat de mensen later komen beweren over deze verschijningen. In een brief van Bernadette schreef zij het volgende over deze verschijning:
Toen ik mij op zekere dag naar de oever van de rivier de Gave begaf om samen met twee meisjes hout te sprokkelen, hoorde ik een geruis. Ik keerde mij naar de weide, maar ik zag dat de bomen bladstil waren. Toen hief ik mijn hoofd op en keek naar de grot. Ik zag een Dame, in witte kleren gehuld: zij droeg een stralend wit gewaad met blauwe gordel en had op beide voeten een gele roos in dezelfde kleur als haar rozenkrans.
Toen ik dat zag, wreef ik mijn ogen uit, omdat ik dacht dat ik me vergiste. Ik stak mijn hand nu in mijn zak, waar ik mijn rozenkrans vond. Ik wilde ook een kruisteken maken, maar kon mijn hand niet optillen, ze viel weer naar beneden. Toen die Dame echter een kruisteken maakte, probeerde ik dat ook, mijn hand trilde, maar uiteindelijk lukte het mij. Tegelijkertijd begon ik de rozenkrans te bidden, terwijl ook de Dame de kralen van haar rozenkrans door haar vingers liet glijden zonder haar lippen te bewegen. Toen ik de rozenkrans gebeden had, verdween de verschijning onmiddellijk.
Het is duidelijk: Bernadette Soubirous heeft de verschijning dus echt gezien en men kan in kerkelijke kringen moeilijk blijven beweren dat ze iets niet gezien zou hebben. Want hoe is het dan mogelijk dat iets dat niet aanwezig of zichtbaar is, jou opeens een aantal geheimen meedeelt en zich kenbaar maakt als de Onbevlekte Ontvangenis? Dat is behoorlijk onlogisch!
Het is natuurlijk ondoenlijk om van alle Maria-verschijningen het gehele dossier te lezen of zelfs maar te kennen, maar daarom moeten mensen wel wat voorzichtiger zijn in hun oordeel als zij iets neerschrijven. Het is dus onjuist dat Bernadette de Heilige Maagd niet gezien zou hebben: uit haar brieven blijkt precies het tegendeel.
(foto hierboven: het niet-vergane lichaam van Bernadette Soubirous tegenwoordig opgebaard).