Johannes de Doper kwam om te getuigen, om te getuigen van het Licht. Dat deed hij op een heel eigenaardige manier, namelijk door altijd ‘nee’ te zeggen. Als vrome mensen uit Jeruzalem naar hem toe komen en hem vragen: “Is God tevreden met ons?”, dan antwoordt Johannes: “Nee, uw levenswijze is niet goed.” Als anderen hem komen vragen: “Is er dan toekomst voor ons?”, zegt hij eenvoudigweg: “Nee, tenzij ge u bekeert.” En als Herodes een ongeoorloofd huwelijk is aangegaan met de vrouw van zijn broer, zegt Johannes gewoon: “Nee, dat kan niet en dat mag niet.”
Dat laatste ‘nee’ kostte hem uiteindelijk ook letterlijk en figuurlijk zijn hoofd. Het meest beslissende ‘nee’ dat Johannes ooit uitgesproken heeft, betrof zijn eigen persoon. Veel mensen bewonderen hem, ze zijn getroffen door zijn woorden en daden. Ze vragen hem: “Zijt gij dan de Messias?”, en Johannes antwoordt zonder voorbehoud en met grote stelligheid: “Nee, dat ben ik niet.”
Johannes’ getuigenis wordt gekenmerkt door zijn ‘nee’. Getuigen zijn, betekent voor hem: heel veel niet zijn, niet de eerste, niet de grootste, niet de persoon waarom het gaat en draait. “Ik ben niets”, zegt Johannes, “ik ben niets, ik ben slechts verwijzing, verwijzing naar Jesus. In Hem (en Hem alleen) is leven en dat leven is het Licht der wereld” (vgl. Joh.1,4).
Natuurlijk kom je er met alleen maar ‘nee’ zeggen ook niet. Johannes voegde er ook een positieve boodschap aan toe: “Ik doop u met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt, Hij is het die doopt met de heilige Geest” (Joh.1,26-27a.33). Dat is de positieve boodschap, de Blijde Boodschap die wij Christenen uit te dragen hebben. In Jesus is het leven, het leven dat het licht der mensen is, Hij is het ware Licht dat ieder mens verlicht (vgl. Joh.1,4.9).
Bron: Bezinning op het Woord.
1e lezing Jes.61,1‑2a.10‑11
2e lezing 1 Tess.5,16‑25
Evangelie Joh.1,6‑8.19‑28
Kleur: Lichtpaars. Jaar: B.