Deze wereld zit vol met mensen die hun oordelen over anderen al klaar hebben. In alle gevallen kennen zij zichzelf niet, laat staan dat ze anderen goed kennen. Maar oordelen, die hebben ze over anderen al wél klaar liggen. Er zijn mensen die later achter komen dat ze verkeerd zitten en excuses aanbieden, maar er zijn er ook bij die vinden dat het recht altijd aan hun kant staat en dat zij nooit excuses hoeven aan te bieden. Er zijn er ook bij die - zonder de situatie goed te kennen - keiharde oordelen over anderen ventileren, met de bedoeling die anderen publiekelijk te liquideren en opzettelijk een slechte naam te geven. Ze doen dat door voortdurend met modder te gooien of op de man of vrouw te spelen. De slachtoffers van deze praktijken worden soms voor het leven beschadigd.
Deze praktijken vindt men ook bij de media, zoals de kranten, die vooraf plannen maakten om de goede naam van de mensen in de Kerk te bekladden. Daar zijn helaas in de geschiedenis voorbeelden genoeg van. Wederhoor is dan ook niet mogelijk, zodat een krant voluit de aanval kan openen op iemand, zonder dat die persoon zich mag of kan verdedigen. Zelfs pausen en bisschoppen werden daar slachtoffer van.
In de 31ste Zondag door het Jaar zien wij iets soortgelijks: Zacheüs, de tolbeambte, die belasting moet innen voor de Romeinen, zal vaak met bedenkelijke oordelen van zijn medemensen te maken hebben gekregen. Het woord "verrader" zal wel geklonken hebben en: "meeheulen met de vijand". Zo beoordelen de mensen hun medebroeder, zonder te weten wat er precies in die mens echt steekt. Gelukkig is onze Heer Jesus Christus iemand die precies het tegenovergestelde doet: Hij bekijkt de mens in zijn hart. Omdat Christus onze Heer alles weet over ons, is zijn oordeel over ons ook altijd Rechtvaardig en Barmhartig.
Het is duidelijk dat Zacheüs spijt heeft over de verkeerde praktijken waar anderen zich geen zorgen over maakten. Nadat hij uit de boom was geklommen om Jesus te ontmoeten, wilde hij het heel erg graag goed maken door het onterechte inbeslaggenomen geld weer terug te geven aan de rechtmatige eigenaar. Duidelijk is, dat het hebben van berouw over diefstal, veronderstelt dat je het gestolene ook weer teruggeeft, zoals de Katholieke Leer ons leert.
Voor Zacheüs die in de boom is geklommen om Jesus te zien, is de ontmoeting met Jesus een keerpunt in zijn leven. Laten wij daarom volmondig toegeven dat wijzelf ook verkeerde dingen gedaan hebben, door vergeving te vragen aan Onze Heer in het Sacrament van de Boete en Verzoening dat Hij in zijn goedheid voor ons heeft ingesteld.
1e Lezing: Wijsh. 11,23-12,2
2e lezing: 2 Tess. 1,11-2,2
Evangelie: Lc.19,1-10
Jaar: C. Kleur: Groen.