Bij het begin van de Veertigdagentijd (behalve de zondagen, alle dagen van Aswoensdag tot en met Paaszaterdag) wordt ons gevraagd om boete te doen door te vasten en de werken van naastenliefde te beoefenen. Op Aswoensdag wordt in de H.Mis een Askruisje opgelegd aan de gelovigen die naar voren komen met de woorden: "Gedenk mens, gij zijt stof, en tot stof zult gij wederkeren" (Genesis 3;19). Aswoensdag en Goede Vrijdag zijn de twee verplichte vasten- en onthoudingsdagen. Hoewel de Nederlandse bisschoppenconferentie bepaald heeft dat men vrij is in wat men vast, is het goede gewoonte om geen vlees te eten (vis is wel mogelijk) en slechts één volle maaltijd te nuttigen. Tussendoor mag wel wat gegeten worden, zij het met mate. Meer info vindt men in het Post Scriptum in de bijdrage van vorig jaar.
Vasten doe je voor God, en er wordt van je verwacht dat je dit in de juiste gesteltenis doet. Om dat laatste even uit te leggen: God wil niet hebben dat we ruzie maken met elkaar en daarna zeggen dat we voor Hem vasten (zie Jesaja 58;3-5). Dat is geen vasten voor Hem in de juiste zin van het woord. Ook niet als je vast om bij de mensen op te vallen om te zien hoe 'vroom' of gelovig je wel niet bent (zie Matteus 6 e.v.) Zulke mensen hebben hun loon van de mensen al ontvangen, maar zullen bij God niets ontvangen. Je bazuint ook je aalmoes niet voor je uit om bij de mensen op te vallen of door de mensen te worden geëerd. Zowel je aalmoes als je vasten geef je in het verborgene, want God ziet heel goed hoeveel je geeft aan een noodlijdende en hoeveel je vast. Geef je een aalmoes, doe je aan vasten, doe het dan ook goed. De eer van mensen is immers bedrieglijk.
Vasten doe je voor God, en er wordt van je verwacht dat je dit in de juiste gesteltenis doet. Om dat laatste even uit te leggen: God wil niet hebben dat we ruzie maken met elkaar en daarna zeggen dat we voor Hem vasten (zie Jesaja 58;3-5). Dat is geen vasten voor Hem in de juiste zin van het woord. Ook niet als je vast om bij de mensen op te vallen om te zien hoe 'vroom' of gelovig je wel niet bent (zie Matteus 6 e.v.) Zulke mensen hebben hun loon van de mensen al ontvangen, maar zullen bij God niets ontvangen. Je bazuint ook je aalmoes niet voor je uit om bij de mensen op te vallen of door de mensen te worden geëerd. Zowel je aalmoes als je vasten geef je in het verborgene, want God ziet heel goed hoeveel je geeft aan een noodlijdende en hoeveel je vast. Geef je een aalmoes, doe je aan vasten, doe het dan ook goed. De eer van mensen is immers bedrieglijk.
In het beroemde werk van Thomas à Kempis, "De Navolging van Christus" staan nog meer aanbevelingen, hoewel niet allen terug te voeren zijn naar een levenshouding in de Veertigdagentijd. Tot slot een mooi voorbeeld afkomstig van de website van de Sint Agneskerk in Amsterdam hieronder. Het betreft een stukje uit de Navolging van Christus. Wij wensen u allen een zalig en gezegende Veertigdagentijd toe.
Jezus heeft er velen die
Zijn hemels rijk liefhebben,
maar weinigen die
Zijn kruis dragen.
Hij heeft er velen die
verlangend zijn naar troost,
maar weinigen die
de beproeving wensen.
Hij vindt er heel wat die
Zijn tafel delen,
maar weinig
deelgenoten aan Zijn vasten.