Overweging: Tweeduizend jaar geleden kwam Ik ter wereld om aan de mensen gelijk te worden. Mijn geboorte was nodig om de mensen het geluk van de Hemel terug te geven en alle zegeningen. Een geluk die door Mijn vijand teniet was gedaan. Ik kwam in het donkerste deel van een koude nacht in behoeftige omstandigheden, maar Ik heb toen niet geweigerd. Wel werd Ik en de H.Familie geweigerd in het nachtverblijf. Niemand wilde zijn plaats afstaan. Later moest Ik vluchten voor Herodes en Mijn toevlucht nemen in Egypte. Ik was toen vluchteling, en Egypte nam Mij op. Maar wie neemt Mij tegenwoordig op? Wie wil zijn plaats afstaan aan Mij? Ik kom om goed te doen, Ik kom liefde brengen, zachtheid en vergeving van zonden. Komt allen tot Mij, geeft uw hart aan Mij en ik zal u zegenen!