woensdag 9 mei 2012

Ik ben de ware wijnstok

Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijngaardenier.Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke rank die wèl vrucht draagt, zuivert Hij, opdat ze nog meer vrucht mag dragen.Reeds zijt gij rein door het woord, dat Ik tot u gesproken heb.Blijft in Mij, en Ik blijf in u. Zoals de rank uit zichzelf geen vrucht kan dragen, maar alleen wanneer ze aan de wijnstok blijft, zo kunt ook gij het niet, wanneer gij niet blijft in Mij.Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, en Ik in hem, hij draagt rijke vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.Zo iemand in Mij niet blijft, dan wordt hij weggeworpen als de rank, en verdort; men raapt ze bijeen, werpt ze in het vuur, en verbrandt ze.Maar zo gij in Mij blijft, en mijn woorden in u blijven, vraagt dan al wat gij wilt, en gij zult het verkrijgen.Dit is het, wat mijn Vader verheerlijkt: dat gij veel vruchten draagt, en mijn leerlingen wordt.(Johannes 15;1-8)

Aan het Schriftwoord kunnen we lezen dat God de Vader de mens zal uitzuiveren om zo meer vrucht te dragen. Dat uitzuiveren (onder het beeld van afsnijden) gaat niet zonder slag of stoot. Natuurlijk moeten we dit in een godsdienstige context plaatsen en natuurlijk heeft het te maken met het groeien in goedheid, zuiverheid en het volbrengen van Gods Geboden. Verrotte druiven worden door God niet geaccepteerd, maar afgesneden. Dat gebeurt dus in zekere mate met een vorm van geweld. Niet dat God dit wil, maar het is de mens die de ware vruchten laat verrotten en dus met een uitzuivering te maken krijgt. Verrotte delen worden afgesneden. Dat kunnen 8-mei querulanten zijn, dat kunnen schismatieken zijn en diegenen die zich aan ketterij schuldig maken. Ook zij worden van de wijnstok (de Kerk) afgesneden. Willen we als Katholieke Christenen niet afgesneden worden, dan moeten we gehoorzamen aan de Kerk, die ook als wijnstok in de bovenstaande parabel wordt voorgesteld. Een duidelijke opdracht voor een ieder die zichzelf katholiek noemt.