zondag 23 februari 2014

Weest niet nalatig met uw eigen Tempel...

Zelden heeft een stuk zoveel indruk op mij gemaakt als bij de Profeet Aggeus (Hebreeuws Chaggai) die u in de Heilige Schrift vindt vlak voor de profeet Zacharias. Aggeus behoort tot de Kleine Profeten en zijn rol in de geschiedenis is er een die toch voor het Joodse volk van belang is geweest. Veel is niet opgeschreven: het boek bestaat maar uit twee hoofdstukjes en ik raad iedereen aan om de Kleine Profeten eens te lezen. Maar afgezien dan van de historische context waarin Aggeus optrad is vooral hoofdstuk twee bij mij lang blijven nagalmen. Iedere Katholieke Bijbel heeft namelijk aantekeningen, en het zijn juist die aantekeningen die soms een behoorlijke indruk achterlaten. Maar voordat ik daarover begin is het wel van belang om te vertellen dat de Israëlieten nalatig waren bij het herstel van de Tempel in Jeruzalem. De Tempel lag in puin, en na de Babylonische ballingschap, na de terugkeer van het Joodse volk in Israël wilde niemand haast maken om de Tempel des Heren weer op te bouwen. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te geven die ik hier niet beschrijf. Belangrijk echter is wat de Profeet Aggeus zegt in hoofdstuk twee, en het commentaar dat onderaan die pagina staat in de Petrus Canisius Bijbel. Hieronder volgt een deel van de tekst van het tweede hoofdstuk,  daarna volgt het commentaar. 

GODS ZEGEN OVER DE BOUWERS
  Op de vier en twintigste dag van de negende maand in het tweede jaar
van Darius werd het woord van Jahweh door de profeet Aggeus verkondigd: 
Zo spreekt Jahweh der heirscharen! Vraag aan de priesters een uitspraak:
Wanneer iemand heilig vlees in de slip van zijn mantel draagt en met die slip
brood, moes, wijn, olie of een andere spijs aanraakt: zal dit dan worden geheiligd?
De priesters gaven ten antwoord: neen!
Aggeus vervolgde: maar zo hij zich aan een lijk heeft verontreinigd, en een van die
dingen aanraakt: is het dan onrein? De priesters antwoordden: dan is het onrein!
Toen hernam Aggeus: zo is het ook met dit volk, zo is het ook met deze natie
in hun verhouding tot Mij: is de godsspraak van Jahweh:
al wat zij doen, zelfs wat zij offeren, is onrein!

Het commentaar onderaan de pagina van dit hoofdstuk, deed mij werkelijk de schellen van de ogen vallen. Hieronder staat het:

Het onreine bezoedelt gemakkelijker dan het heilige reinigt. De Joden waren onrein geweest door hun schuldige nalatigheid bij de Tempelbouw. Toen hadden zelfs de heilige offers hen niet kunnen heiligen; integendeel, al hun werken zelfs hun offers waren onrein door de slechte gesteltenis van hun harten. Zo hadden ze Gods straffen over zich afgeroepen. Maar nu zij Gods Wil volbrachten, hield de onreinheid op, in plaats van straf viel hun Gods zegen ten deel die hun overvloedig werd geschonken.

Waarom was dit voor mij een schokkende ervaring? Plotseling kreeg ik inzicht: Is het niet zo dat onze eigen Tempel (de Tempel van de H.Geest zoals ook de Apostel Paulus in zijn brief schrijft op deze zondag door het jaar), is verwaarloosd en dat dankzij de slechte gesteltenis zijn zelfs onze offers onrein geworden? Hoe vaak ontvangen de gelovigen de H.Eucharistie niet zonder berouwvolle Biecht waardoor ze in slechte gesteltenis communiceren? En zijn wij niet schuldig nalatig geworden door onze eigen Tempel hierdoor te verwaarlozen waardoor wij allerlei straffen in deze wereld over ons heen hebben gekregen? Is het niet zo dat wat bij de Profeet Aggeus is opgeschreven, dit ook opgeschreven is als waarschuwing voor ons (de Christenen)? En wat even zo schokkend is: Aggeus laat zien dat als wij Gods H.Wil doen, dat de onreinheid ophoudt, dat vervolgens de Tempel weer wordt opgebouwd en dat overvloedige zegen over de bouwers zal komen... 

Zelden heeft een stuk zoveel bij mij los gemaakt als bij de Profeet Aggeus. De grote waarde van de Kleine Profeten ligt verborgen in een korte tekst, en wij lezen er bijna elke dag zo overheen, zonder dat wij iets inzien. Maar plots geneest de Heer onze blindheid, plots kunnen we zien, dankzij Hem, dankzij de Allerhoogste die onze verblindheid wegneemt. Hij laat ons zien dat wij vóór alles, zijn Heilige Wil moeten doen. De onreinheid zal dan ophouden, onze Tempel wordt dan weer opgebouwd en overvloedige zegen zal ons ten deel vallen...

Laten wij er vandaag mee beginnen!