donderdag 1 augustus 2013

Jaar van het Geloof - het Geloof behouden!

Hoe komt het toch dat hele massa's katholieke gelovigen de Kerk zijn afgevallen en ook nog het H.Geloof hebben verloren? Daar is niet een eenvoudig antwoord op te geven. Deels komt dit doordat het Geloof te weinig wortel had geschoten, maar meer nog (en dat is wel een les voor ons!) omdat er dingen zijn gedaan die het Geloof verder hebben ondermijnd. Willen de jongeren van de huidige katholieke generatie hiervan leren, dan zullen ze in ieder geval de fouten in het verleden moeten vermijden. Wat moeten we doen om het Geloof te bewaren, en wat moeten we doen om niet van het Geloof af te vallen? Hieronder staat wat men doen moet (info uit de Katholieke Catechismus van Anton Schraner):
  1. Men moet bidden (bijvoorbeeld het Rozenkransgebed)
  2. Men moet aan de Liturgische godsdienstoefeningen deelnemen
  3. Men moet van tijd tot tijd goede godsdienstige bladen en boeken lezen
Het zal wel duidelijk zijn dat vele katholieken die van het Geloof zijn afgevallen het gebed hebben verwaarloosd. Ook gingen ze niet meer naar de kerk toe en van het lezen van goede godsdienstige boeken en bladen kwam al helemaal niets. Maar er werd ook gezondigd tegen het H.Geloof waardoor men het Geloof ging verliezen. Hoe deed men dat?
  1. Als men aan God en diens Openbaring niet gelooft, of door eigen schuld een dwaling aanneemt.
  2. Als men het Geloof verloochent of van het Geloof afvalt.
  3. Als men denkt dat het niet uitmaakt wat iemand gelooft.
  4. Als men vrijwillig aan geloofswaarheden twijfelt.
  5. Als men niet uitkomt voor het Geloof waar dit nodig is.
  6. Als men gesprekken tegen het Geloof voert of met genoegen naar luistert.
  7. Als men bladen of geschriften tegen het Geloof leest zonder noodzaak, steunt of verspreidt of lid is van organisaties die het Geloof vijandig zijn.
Bij nummer 1 van de tweede tabel: Hoogmoed en slechte levenswandel voeren meestal tot ongeloof. Bij 2. Men beweert hier dat men niet katholiek is: men verloochend het Geloof. Bij 3. is het indifferentisme bedoeld, namelijk dat het niet van belang zou zijn wát men gelooft, maar dat het voldoende is dat men een gelovig mens is. Bij punt 4. Niet elke twijfel is zonde, zeker niet als men ernstige gronden heeft en dan onderzoekt hoe het er mee staat. Het wordt wel zonde als men uit zucht om te protesteren een geloofswaarheid in twijfel trekt, dan is er wel sprake van een zonde tegen het Geloof. Bij punt 5. moeten we denken aan lauwheid en traagheid: men bidt niet meer, men gaat niet naar de kerk, men ontvangt de Sacramenten niet meer, men leest geen goede lectuur meer, men leeft praktisch zonder God en godsdienst. Punt 6. en 7 zijn wel duidelijk.

Wat het bidden betreft: als je het Rozenkransgebed (1ste tabel) te moeilijk vindt of te zwaar om vol te houden, bid dan elke dag gewoon een tientje, dat zijn dus 10 weesgegroet Maria's, 1 Eer aan de Vader en de Zoon en de H.Geest, en 1 Onze Vader. Later zul je meer kunnen doen. Ook in het Geloof moet je groeien, net zoals in het gebed. En voor de jongeren onder ons: maak je maar niet druk om zoveel vijanden die het Geloof bespotten of je proberen te kleineren. Ga dus gewoon door met bidden en je Geloof verder te versterken. Bid vooral voor je vijanden. Zo kan geen enkele vijand je overwinnen. Je wordt op ten duur krachtig in het Geloof en kunt dit op jouw manier weer doorgeven aan een ander.